In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Tijd van Regenten en Vorsten
6.1 Over zeeën en oceanen
Slide 1 - Tekstslide
Lesinhoud
1. Intro
2. Leerdoelen
3. Theorie & opdrachten
5. Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Kenmerkende aspecten
De bijzondere plaats in staatkundig opzicht en de bloei in economisch en cultureel opzicht van de Nederlandse Republiek
Wereldwijde handelscontacten, handelskapitalisme en het begin van een wereldeconomie
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
- Je kunt omschrijven hoe de geografische omstandigheden in de Republiek leidden tot veranderingen op het gebied van voedselvoorziening en handel, waardoor Amsterdam steeds meer uitgroeide tot stapelmarkt.
- Je kunt de doelen en de werkwijze van deVOC en WICbeschrijven en je kunt uitleggen welke rol deze handelscompagnieën speelden in de wereldhandel.
Waar kocht Nederland het graan in de zestiende en zeventiende eeuw?
Slide 8 - Open vraag
Graan werd gehaald uit het Oostzeegebied. Deze ontzettend winstgevende handel werd de Moedernegotie genoemd.
Slide 9 - Tekstslide
Theorie
*Een groot deel van deze handel ging via Amsterdam. Dit kwam omdat Antwerpen werd veroverd door de Spanjaarden (1585). Handelaren en bankiers verhuisden naar Amsterdam.
Deze stad kon zo uitgroeien tot het centrum van het handelskapitalisme en van de wereld. Handelaren brachten goederen - zoals graan, wijn en wol - naar Amsterdam om het tegen een hogere prijs te verkopen.
Dit alles werd opgeslagen op de Amsterdamse zolders en in de pakhuizen. Amsterdam werd de stapelmarkt van Europa.
Slide 10 - Tekstslide
Handelskapitalisme: Eerst investeren met als doel om winst te maken.
Stapelmarkt: Stad of haven waar goederen worden opgeslagen in afwachting van tekorten en hogere prijzen elders.
Slide 11 - Tekstslide
Theorie
Veel ondernemers investeerden hun winsten uit de moedernegotie in handelscompagnieen: onderneming van handelaren die investeringen, risico's en winsten met elkaar delen.
Deze wilden ook reizen organiseren naar Azië. Portugal had hier vooralsnog het monopolie op.
Slide 12 - Tekstslide
Wat waren de twee meest beroemde handelscompagnieën van de 17e eeuw?
Slide 13 - Open vraag
VOC: Verenigd Oostindische Compagnie, opgericht in 1602.
WIC: West-Indische Compagnie, opgericht in 1621.
Slide 14 - Tekstslide
Wat betekent het begrip moedernegotie
A
Graanhandel vanuit gebieden aan de Oostzee
B
Specerijenhandel vanuit gebieden aan de Indische Oceaan
C
Slavenhandel van Afrika richting Amerika
Slide 15 - Quizvraag
Leg uit wat een handelsmonopolie betekent
Slide 16 - Open vraag
De Staten-Generaal ging over de
A
Binnenlandse politiek
B
Buitenlandse politiek
Slide 17 - Quizvraag
Theorie
De VOC kreeg van de Staten-Generaal, die over de Buitenlandse politiek gingen, het handelsmonopolie op Azië.
De WIC kreeg dit voor de handel met Afrika en Amerika, de beruchte driehoekshandel waar de transatlantische slavenhandel een onderdeel van is.
Handelsmonopolie:
Afspraak om als enige te mogen handelen in bepaald product, land of gebied.
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Er ontstond een wereldeconomie: systeem waarbij goederen uit verschillende werelddelen met elkaar worden verhandeld.
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Video
Leg uit wat een handelscompagnie is
Slide 22 - Open vraag
Slide 23 - Video
Aan de slag
Maak een schema met WIC, VOC en moedernegotie.
Noteer voor elk van deze drie:
- het gebied waarmee gehandeld werd
- welke producten verhandeld werden
- twee (bijzondere) kenmerken voor deze handel
Slide 24 - Tekstslide
Leerdoelen nabespreken
1. Je kunt uitleggen dat de graanhandel het begin vormde van een uitgebreid handelssysteem met een stapelmarkt voor een steeds groter handelsnetwerk.
2. Je kunt de doelen en de werkwijze van de VOC en WIC beschrijven.
3. Je kunt beschrijven hoe Engeland en Frankrijk reageerden op de economische voorspoed van de Republiek.