Je kent het verschil tussen een standpunt en een argument
Je kunt argumenten bedenken bij een standpunt
Je weet wat overtuigen is
Je leert dat verschillende groepen mensen soms iets anders horen (de advocaat let niet op hetzelfde als de rechter)
Je leert hoe je je moet afstemmen op een publiek
Je kent de rollen in de rechtszaal
Je kunt uitleggen waarom een argument overtuigend is voor rechter, advocaat of officier