In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Het spier- en skeletstelsel
Slide 1 - Tekstslide
Programma
Lesdoelen
Na deze les kun je:
De functies van het skelet benoemen
Op basis van de vorm verschillende soorten botten herkennen.
Slide 2 - Tekstslide
Welke functies heeft het skelet?
Slide 3 - Woordweb
Functie skelet
Zorgen voor stevigheid, geven vorm aan je lichaam
Zorgen voor beweging
Zorgen voor bescherming
Zorgen voor de aanmaak van nieuwe bloedcellen
Slide 4 - Tekstslide
De bouw van botten
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
pijpbeenderen
- hol van binnen
- holte gevuld met beenmerg
- maken grote bewegingen mogelijk
Slide 7 - Tekstslide
platte beenderen
- platte vorm
- gevuld met rood beenmerg
- beschermen kwestbare organen
Slide 8 - Tekstslide
sesambeentjes
- kleine botjes die in de pees liggen
- helpen de pezen bij beweging
onrgelmatige beenderen
- geen specifieke vorm
- meestal massief
- voorbeelden: handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes en wervels
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Video
Van baby tot oudere
Botten veranderen
Baby:
- Veel lijmstof in de botten, weinig kalk
Oudere:
- Veel kalk in de botten, weinig lijmstof
Door de grote hoeveelheid lijmstof in de botten van babies zijn ze heel flexibel. Tot en met ongeveer je 15e heb je meer lijmstof in je botten dan kalk: hierdoor breken (jonge) kinderen veel minder snel hun botten.
Naarmate je ouder wordt, gaat de hoeveelheid lijmstof in je botten omlaag. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat oudere mensen sneller hun botten breken als ze vallen.
Slide 12 - Tekstslide
Hoeveel botten heeft een volwassene?
A
196
B
206
C
216
D
226
Slide 13 - Quizvraag
Hoeveel botten heeft een baby?
A
330
B
340
C
350
D
360
Slide 14 - Quizvraag
De wervelkolom
Slide 15 - Tekstslide
Schedel
Wist jij dat de schedel uit de hersenschedel en de aangezichtsschedel bestaat? De hersenschedel is een beschermende kap om de hersenen. De aangezichtsschedel geeft vorm en steun aan het gelaat
Slide 16 - Tekstslide
Een gewricht ...
A
zit in je bot
B
zorgt er voor dat je niet kunt bewegen
C
is een verbinding tussen 2 of meer botstukken
D
bestaat uit spieren
Slide 17 - Quizvraag
gewrichten
bewegelijke gewrichten
- laten grote bewegingen toe
straffe gewrichten
- gewrichtsvlakken die vergroeid zijn
Slide 18 - Tekstslide
Kogelgewricht
Slide 19 - Tekstslide
Rolgewricht
Slide 20 - Tekstslide
Scharniergewricht
Slide 21 - Tekstslide
rolgewricht
scharnier gewricht
ei gewricht
kogel gewricht
Slide 22 - Sleepvraag
rolgewricht
scharnier gewricht
ei gewricht
kogel gewricht
Slide 23 - Sleepvraag
Slide 24 - Video
spier
oorsprong
aanhechting
Slide 25 - Tekstslide
spiertonus
- hypertonisch
- hypotonisch
Slide 26 - Tekstslide
Spieren
Zonder spieren kunnen botten en gewrichten niet bewegen.
Dwarsgestreepte spieren Willekeurig
Gladspierweefsel Onwillekeurig
Hartspierweefsel Dwarsgestreept, maar onwillekeurig
Slide 27 - Tekstslide
Antagonisten
Antagonisten= spieren die tegengestelde bewegingen mogelijk maken = (biceps buigen elleboog en triceps strekken elleboog)
Slide 28 - Tekstslide
Aan de slag!
Slide 29 - Tekstslide
Maak de vragen op dulon
In groepjes aan de slag
Wat is het belangrijkste wat je medestudenten over onderstaande aandoeningen moeten weten?