Het spier- en skeletstelsel

Het spier- en skeletstelsel 
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het spier- en skeletstelsel 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

12:30-13:30: Theorie spier- en skeletstelsel
13:30-15:00 Opdracht 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke functies heeft het skelet?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Functie skelet
  • Zorgen voor stevigheid, geven vorm aan je lichaam
  • Zorgen voor beweging
  • Zorgen voor bescherming
  • Zorgen voor de aanmaak van nieuwe bloedcellen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De bouw van botten

Slide 5 - Tekstslide

Lagen: 
Beenvlies
Compact bot 
Spongieus bot (zowel compact bot als steunweefsel)

Beenvlies: van bindweefsel (periost), helpt bot dikker te worden omdat onder de cellen van het beenvlies compact bot wordt aangemaakt. 


Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Van baby tot oudere
Botten veranderen

Baby: 
- Veel lijmstof in de botten, weinig kalk

Oudere:
- Veel kalk in de botten, weinig lijmstof
Door de grote hoeveelheid lijmstof in de botten van babies zijn ze heel flexibel. Tot en met ongeveer je 15e heb je meer lijmstof in je botten dan kalk: hierdoor breken (jonge) kinderen veel minder snel hun botten.
Naarmate je ouder wordt, gaat de hoeveelheid lijmstof in je botten omlaag. Dit zorgt er bijvoorbeeld voor dat oudere mensen sneller hun botten breken als ze vallen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

pijpbeenderen: dunne botten, aan het uiteinde zitten vaak bredere stukken, die een deel van het gewricht vormen.  Voorbeeld van een pijnbeen:  scheenbeen
Korte beenderen: zijn sterk, laten vaak weinig beweging toe bv. handwortelbeentjes
Platte beenderen: Vaak plat en breed van vorm, zorgen voor bescherming bv. schedel
Onregelmatige beenderen: de grootte van de beenderen is in alle richtingen ongeveer gelijk, zorgen voor steun en aanhechting bv. wervels.
Sesambeenderen: liggen in de pezen bv. de knieschijf



Hoeveel botten heeft een baby?
A
330
B
340
C
350
D
360

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel botten heeft een volwassene? En hoe kan het dat hier verschil in zit met een baby?
A
196
B
206
C
216
D
226

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De wervelkolom

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schedel 
Wist jij dat de schedel uit de hersenschedel en de aangezichtsschedel bestaat? De hersenschedel is een beschermende kap om de hersenen. De aangezichtsschedel geeft vorm en steun aan het gelaat

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een gewricht ...
A
zit in je bot
B
zorgt er voor dat je niet kunt bewegen
C
is een verbinding tussen 2 of meer botstukken
D
bestaat uit spieren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht

Slide 14 - Tekstslide

de gewrichtskogel van het ene bot draait in de gewrichtskom van het andere bot, daardoor kan het in verschillende richtingen bewegen, bijvoorbeeld het schoudergewricht

Rolgewricht

Slide 15 - Tekstslide

Het ene bot draait in de lengteas om het andere bot, bijvoorbeeld het gewricht tussen spaakbeen (ulna) en ellepijp (radius) Ezelsbruggetje: DRUP, Duim, radius, ulna Pink
Scharniergewricht

Slide 16 - Tekstslide

Het ene bot beweegt als een scharnier ten opzichte van het andere bot, het kan maar 1 kant op bewegen, bijvoorbeeld het gewricht tussen 2 vingerkootjes. 
Spieren
Zonder spieren kunnen  botten en gewrichten niet bewegen.

  • Dwarsgestreept spierweefsel Willekeurig
  • Gladspierweefsel
    Onwillekeurig
  • Hartspierweefsel
    Dwarsgestreept, maar onwillekeurig

Slide 17 - Tekstslide

Dwarsgestreept spierweefsel: onder de microscoop zie je dwarse strepen. Deze spieren kunnen niet eindeloos doorgaan en worden bestuurd door onze wil. BV triceps en biceps
Glad spierweefsel: onder de microscoop zien ze er glad uit, de spieren zijn onvermoeibaar en onwillekeurig, komen voor in onze organen. 
hart spierweefsel: is dwarsgestreept weefsel maar heeft de eigenschappen van glad spierweefsel, het is onvermoeibaar en werkt onwillekeurig
Antagonisten
Antagonisten= spieren die tegengestelde bewegingen mogelijk maken = (biceps buigen elleboog en triceps strekken elleboog)

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat kan de oorzaak zijn van een sportblessure?

Slide 19 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Oorzaken sportblessures
- Ruwheid en overtreding van de spelregels
 - ongeoefendheid en onvoldoende techniek
- gebrek aan conditie
- overbelasting van spieren en oververmoeidheid
- geen goede warming-up en cooling-down
- slechte weersomstandigheden
- te snel hervatten van sportbeoefening na een blessure
- een slechte sportuitrusting/materiaal.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag! 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Poster maken
  • In groepjes aan de slag (1 uur, tot 14:45)
  • Wat is het belangrijkste wat je medestudenten over onderstaande aandoeningen moeten weten? 
  • Artrose
  • Jicht
  • Osteoporose
  • Reuma 
  • 5 minuten presentaties van de poster

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pauze

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies