Grammatica zinsdelen H4: lijdend voorwerp

Grammatica zinsdelen
Herhaling lijdend voorwerp 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Grammatica zinsdelen
Herhaling lijdend voorwerp 

Slide 1 - Tekstslide

Maak de zinnen af. Gebruik maximaal 3 woorden.

De scheidsrechter krijgt ...

Slide 2 - Open vraag

Maak de zinnen af. Gebruik maximaal 3 woorden.

Het jongetje pakt ...

Slide 3 - Open vraag

Lijdend voorwerp 
  • ding of persoon  overkomt/ondergaat iets
  • ding of persoon is lijdend = ding/persoon kan er niets aan doen!

Ik eet vanmiddag een appel. 
pv = eet / ow = ik / wg = eet / lv = een appel 

De appel kan er niets aan doen dat het gegeten wordt. Het ondergaat iets.

Slide 4 - Tekstslide

Lijdend voorwerp 
  • Je vindt het lijdend voorwerp door te vragen: wie/wat + pv + ow + wg? Het antwoord is het lijdend voorwerp.
  • Het lijdend voorwerp begint nooit met een voorzetsel.

  • Schrijf de zin over :
    Wij hebben mijn tante uitgenodigd voor onze verjaardag. 
  • Wij /hebben / mijn tante / uitgenodigd / voor onze verjaardag.
  • pv = hebben / ow = mijn tante / wg = hebben uitgenodigd.
  • Wie/wat hebben wij uitgenodigd? = mijn tante 
  • lv = mijn tante 

Slide 5 - Tekstslide

Thomas heeft Marieke bloemen gegeven.
Lijdend voorwerp =
A
Er is geen lijdend voorwerp
B
Thomas
C
Marieke
D
bloemen

Slide 6 - Quizvraag

Lijdend voorwerp
Mag ik jouw rekenmachine lenen ?
A
Mag lenen
B
ik
C
jouw rekenmachine
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 7 - Quizvraag

Ze gaat naar de bioscoop met haar vriendin.
A
Ze
B
naar de bioscoop
C
met haar vriendin
D
Er is geen lijdend voorwerp

Slide 8 - Quizvraag

Moeder kookte een heerlijke maaltijd.
Ik zie haar.
Wij geven jullie een bos bloemen.
Heb je aan je ouders geschreven?
Lijdend voorwerp
Geen lijdend voorwerp

Slide 9 - Sleepvraag

Stappenplan zin ontleden 
1. Zoek de persoonsvorm 
2. Zet streepjes tussen de zinsdelen 
3. Zoek het onderwerp
4. Zoek het werkwoordelijk gezegde
5. Zoek het lijdend voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Jorrit
wil
vanavond
een pizza
bestellen.
persoonsvorm
werkwoordelijk gezegde
onderwerp
lijdend voorwerp
Overig zinsdeel

Slide 11 - Sleepvraag