Hoofdstuk 2: Het Weer, Paragraaf 2: Luchtdruk en Hoogte

Hoofdstuk 2: Het Weer, Paragraaf 2: Luchtdruk en Hoogte
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 2: Het Weer, Paragraaf 2: Luchtdruk en Hoogte

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe de luchtdruk op het aardoppervlak en op jezelf ontstaat.
  • Aan het einde van de les kun je beschrijven op welke manier je de grootte van de luchtdruk kunt meten.
  • Aan het einde van de les kun je de kenmerken van lagedrukgebieden en hogedrukgebieden benoemen.
  • Aan het einde van de les kun je het verband beschrijven tussen de luchtdruk en de hoogte in de atmosfeer.
  • Aan het einde van de les kun je uitleggen wat wordt bedoeld met de gasdruk in een afgesloten ruimte.
  • Aan het einde van de les kun je beschrijven op welke manier je de grootte van de gasdruk kunt meten.
  • Aan het einde van de les kun je de absolute druk berekenen als je de overdruk kent, en omgekeerd.
  • Aan het einde van de les kun je vier verschillende eenheden van druk herkennen en omrekenen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over luchtdruk en hoogte?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De werking en meting van luchtdruk
  • Luchtdruk is de druk die de lucht uitoefent op het aardoppervlak en op je lichaam.
  • Barometers worden gebruikt om de luchtdruk te meten.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De relatie tussen luchtdruk en hoogte
  • Luchtdruk neemt af naarmate de hoogte toeneemt.
  • Hogedrukgebieden hebben een hogere luchtdruk dan de omgeving, terwijl lagedrukgebieden een lagere luchtdruk hebben.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De verschillende drukeenheden en hun toepassingen
  • Druk kan worden gemeten in pascal, hectopascal, atmosfeer en millibar.
  • Het is belangrijk om deze eenheden te herkennen en te kunnen omrekenen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het concept van gasdruk in een afgesloten ruimte
  • Gasdruk ontstaat door de botsingen van gasmoleculen tegen de wanden van een ruimte.
  • Manometers worden gebruikt om de grootte van de gasdruk te meten.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het meten van overdruk met behulp van een manometer
  • Overdruk is het verschil tussen de luchtdruk buiten en de druk in een afgesloten ruimte.
  • Een manometer kan worden gebruikt om de overdruk te meten.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het concept van absolute druk en hoe het te berekenen
  • Absolute druk is de druk die je vindt door de overdruk op te tellen bij de luchtdruk.
  • Je kunt absolute druk berekenen als je de overdruk kent, en vice versa.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Definities
  • Luchtdruk: De druk die de lucht uitoefent op het aardoppervlak en op je lichaam.
  • Gasdruk: De druk die ontstaat door de botsingen van gasmoleculen tegen de wanden van een ruimte.
  • Overdruk: Het verschil tussen de luchtdruk buiten en de druk in een afgesloten ruimte.
  • Absolute druk: De druk die je vindt door de overdruk op te tellen bij de luchtdruk.
  • Barometer: Een instrument dat wordt gebruikt om de luchtdruk te meten.
  • Manometer: Een instrument dat wordt gebruikt om de overdruk te meten.
  • Hogedrukgebied: Een gebied waar de luchtdruk hoger is dan in de omgeving.
  • Lagedrukgebied: Een gebied waar de luchtdruk lager is dan in de omgeving.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.