urostoma

Urostoma
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Urostoma

Slide 1 - Tekstslide

Urostoma, ileostoma of colostoma?

Slide 2 - Tekstslide

Waarom krijgt iemand een urostoma

Slide 3 - Open vraag

Indicatie urostoma
  • een gezwel of tumor bij blaaskanker
  • ernstige ontstekingen (bijvoorbeeld interstitiële cystitis)
  • ernstig onbehandelbare incontinentie
  • aangeboren afwijkingen
  • ongeval of dwarslaesie.

Slide 4 - Tekstslide

Contra-indicaties
  • ontstekingen van de ingewanden (bijvoorbeeld ziekte van Crohn)
  • nierfalen


  • Aanvullende contra-indicaties bij continent urinestoma:
voorkeur van cliënt voor incontinent stoma
gebrekkige handfunctie
gebrekkige cognitie of motivatie

Slide 5 - Tekstslide

Belangrijke aspecten:
  • Zorgvrager is meestal op de hoogte van de plaatsing.
  • Goede lichamelijke en psychosociale voorbereiding behoren dan ook tot de preoperatieve doelstellingen. 
  • De zorgvrager zal nauw betrokken worden bij de plaatsbepaling van het stoma. Zit vaak in de navel of in de rechter onderbuik.

Slide 6 - Tekstslide

2 soorten urostoma's
  1. incontinent urostoma
  2. continent stoma

Slide 7 - Tekstslide

1. incontinent urostoma:

Hierbij is (een deel van) de blaas bij de zorgvrager weggehaald en zijn de urineleiders vastgehecht aan een stukje darm. Dit stukje darm ziet eruit als een darmstoma; alleen komt er nu urine uit. Het stukje darm behoudt zijn samentrekkende bewegingen, waardoor de urine naar buiten wordt geperst. De zorgvrager heeft geen controle over het plassen, omdat het urostoma geen kringspier heeft. Hij moet daarom opvangmateriaal dragen.

Slide 8 - Tekstslide

Twee soorten urostoma's

Slide 9 - Tekstslide

2. Continent urostoma:
Bij dit type stoma is er een reservoir uit een deel van de darm gemaakt waarin de urine opgevangen wordt. Door middel van katheterisatie via het stoma wordt de urine een aantal keer per dag afgetapt. De zorgvrager moet dit op regelmatige tijden doen, dus ook 's nachts. Bij dit type urostoma hoeft de zorgvrager geen opvangzakjes op de buik te dragen

Slide 10 - Tekstslide

Bij welk(e) stoma('s) gebruik je opvangmateriaal
A
continent urostoma
B
incontinent urostoma
C
bij geen van de twee
D
bij allebei

Slide 11 - Quizvraag

Welk stomamateriaal heb je voor een urostoma
A
eendelig systeem
B
tweedelig systeem
C
er is geen speciaal materiaal voor een urostoma
D
een en tweedelig systeem

Slide 12 - Quizvraag

Bijzonderheden:
  • het legen van het zakje is essentieel
  • capaciteit van de normale zakjes bedraagt meestal 500 ml.
  • In de zakjes bevindt zich een terugslagventiel (een soort klep). Dit ventiel zorgt ervoor dat de urine niet terug kan lopen naar het stoma. 
  • Onderaan de zakjes zit een aftapkraantje. 
  • Het is mogelijk om op dit kraantje een nachtzak aan te sluiten voor het opvangen van grotere hoeveelheden urine.

Slide 13 - Tekstslide

Heeft het opvangzakje van een urostoma een koolstoffilter?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

Werkwijze bij het verwisselen:
  • is vrijwel hetzelfde als bij het verwisselen van een opvangzakje van het darmstoma.
  • kan het best 's morgens gebeuren voordat de zorgvrager iets gedronken heeft. Het urostoma geeft dan minder urine af.
  • Om irritatie te vermijden moet je voorkomen dat de urine in contact komt met de huid. Tijdens de verzorging zal er vrijwel altijd urine blijven druppelen. Deze urine is op te vangen met een paar gaasjes.

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Verzorging:
  • let op juiste houding, makkelijkst op bed
  • zakje eerst legen in toilet of in opvangbokaal
  • stoma kan tot 3 mnd na plaatsen veranderen van vorm
  • gebruik in het begin dus een mal om juiste maat aan te meten
  • opening huidplaat 2 mm groter dan stoma 

Slide 17 - Tekstslide

verzorging
  • Maakt de huid schoon
  • observeer de huid op zwelling, irritatie en roodheid
  • droog deppen
  • breng zn huidbeschermingsmiddelen en of opvulmateriaal aan
  • breng nieuwe materiaal aan, vouw dit dubbel en breng hem dan aan, zorg dat hij goed aansluit.

Slide 18 - Tekstslide

Katheriseren hoe doe je dit
A
zittend
B
liggend
C
kan beide

Slide 19 - Quizvraag

Katheteriseren
  • aantal keren per dag in overleg met behandelaar (afhankelijk van de wenselijke hoeveelheid urine per keer)
  • het deel dat je inbrengt moet steriel blijven, mag niet in contact komen met de omgeving. In ziekenhuis doe je dit met handschoenen, thuis mag dit met no-touchtechniek .

Slide 20 - Tekstslide

Het inbrengen van de katheter lukt niet, wat doe je niet?
A
breng een katheter in met een kleinere maat
B
laat zorgvrager zich ontspannen
C
waarschuw de arts
D
door duwen

Slide 21 - Quizvraag

Wat is geen complicatie bij katheterisatie
A
koorts
B
perforatie
C
er komt geen urine
D
bloeding

Slide 22 - Quizvraag

katheterisatie
  • Trek handschoenen aan
  • verwijder indien aanwezig afdekmateriaal
  • controleer stoma en omliggende huid
  • maak schoon
  • bij niet gecoate katheter gebruik je glijstof, bij gecoate katheter maak je deze zn nat met water of is deze al kant en klaar in de verpakking

Slide 23 - Tekstslide

  • breng de katheter in
  • laat hem naar binnen glijden tot er urine komt
  • laat dit aflopen in een opvangbakje of het toilet
  • als er geen urine meer komt, schuif hem nog iets verder tot er geen urine meer komt
  • verwijder hierna de katheter en gooi deze weg.
  • maak stoma schoon en droog. Dek zn af. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

VRAGEN
Vragen?

Slide 26 - Tekstslide