Bloed stroomt via de nierslagaders naar de nieren. Daar vertakken de nierslagaders zich tot haarvaten. In de nierschors liggen miljoenen kleine filters (
glomeruli), waar continu bloed doorheen wordt gedrukt. Vanuit het bloed komt het vocht met alle opgeloste stoffen zo het filtersysteem in (
Glomerulaire filtratie)
De opgeloste stoffen zijn niet alleen afvalstoffen, maar bevatten ook nuttige stoffen zoals glucose, vitamines en zouten. (Eiwitten en bloedcellen zijn te groot, deze blijven dus in het bloed.
Wat overblijft na de glomerulaire filtratie is de echte urine, deze wordt via de nierkelkjes, het nierbekken via de urinebuis naar de blaas afgevoerd.