HA - week 10 - Spelling WW H3 - les 1

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Nederlands
Mevrouw Takken, TNL
tnl@jfc.nl
Ma, Di, wo, vrij

Let op: 
Doe mee met LessonUp
Zorg dat je de planning in de gaten houdt.

Slide 1 - Tekstslide

- Welkom
- Spelling werkwoorden
- Aan het werk!

Doel:
- Je kunt meervouden op -en goed schrijven.
- Je kunt sterke werkwoorden in verleden tijd zetten 


Wat gaan we doen vandaag:

Slide 2 - Tekstslide

Spelling - werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Zwakke werkwoorden - kunnen niet van klank veranderen
                                           - Koken → kookte

Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen
                                         - Lopen  → liep


Werkwoorden - sterk en zwak

Slide 4 - Tekstslide

Sterke werkwoorden - kunnen wel van klank veranderen
                                         - Lopen  → liep

persoonsvorm = zo kort en eenvoudig mogelijk
Lopen → liepen
Zwemmen → zwommen


LET OP: kies sterk/zwak. Er is NOOIT een combinatie 
Ik zwem → ik zwom en dus nooit ik zwomde

Werkwoorden - sterk en zwak

Slide 5 - Tekstslide

Lopen:
ik loop - ik .....
A
Loopte
B
Liep
C
Liepte
D
Loopde

Slide 6 - Quizvraag

De legendarische voetballer ... (geven) afgelopen weekend raar commentaar, zijn woorden .... (zijn) toen niet te begrijpen.

Slide 7 - Open vraag

In de Beekse Bergen .... (zien) wij laatst iets vreselijks: een leeuw ...(verslinden) toen een giraffe.

Slide 8 - Open vraag

... (leven vt) jij in een droomwereld? Een leeuw ... (kunnen vt) een giraffe toch niet op. Zijn maag ... (zijn tt) daar veel te klein voor!

Slide 9 - Open vraag

Wat:  Hoofdstuk 3 - spelling werkwoorden- hele leerlijn

Wanneer: maandag en dinsdag
Hoe: Bedenk bij elk werkwoord of het sterk is of zwak en welke keuze je daarbij dus moet maken. 

Thuis: Ga lekker aan het werk. Als je klaar bent ga je trainen, dat ook af, dan mag je ander huiswerk maken. 
Op school: Stel zoveel mogelijk vragen als je toch op school bent!, dit bespreken we als je klaar bent. 

Aan de slag

Slide 10 - Tekstslide