Uitleg leerdoel 1
Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.
Stel je vragen aan de docent die gaat streamen.
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel.
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 24 slides, met tekstslides.
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Noteer dit voor jezelf alvast in je schrift.
Stel je vragen aan de docent die gaat streamen.
Ga rustig zitten op je plek.
Leg je wiskundespullen op tafel.
Slide 1 - Tekstslide
Toets
Slide 2 - Tekstslide
Toets bespreken
- Welk cijfer geef jij jezelf voor de toets?
- Hoe was je voorbereiding op de toets?
- Welk cijfer heb jij op de toets gekregen?
- Aanpak komend hoofdstuk.
Slide 3 - Tekstslide
Bereken
u=−2q2⋅8q
Slide 4 - Tekstslide
Ik weet wat de balansmethode inhoudt.
Succescriteria
Ik weet wat een vergelijking is.
Ik kan een vergelijking oplossen.
Ik kan haakjes wegwerken.
Slide 5 - Tekstslide
Formule of vergelijking
Formule (berekenen)
Een formule heeft 2 of meer verschillende variabelen.
Een formule heeft 2 of meer verschillende variabelen.
Bijvoorbeeld: y = 3 x + 4
Vergelijking (oplossen) Een vergelijking heeft 1 variabele.
Bijvoorbeeld: 3 x + 4 = 10
Slide 6 - Tekstslide
Bereken
71 = 6q + 32
Slide 7 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)
Balansmethode (nu)
Lees de theorie door op blz. 85.
Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q + 32
71 = ..... + 32
6q = 39
Slide 8 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen
Bordjes methode (vorig schooljaar)
Balansmethode (nu)
Lees de theorie door op blz. 85.
Dit kan alleen als je aan een kant van het = teken een variabele hebt staan!
71 = 6q + 32 6 • q = 39
71 = ..... + 32 6 • ... = 39
6q = 39 q = 6,5
Slide 9 - Tekstslide
voorbeeld
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
Slide 10 - Tekstslide
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
-32 -32
Slide 11 - Tekstslide
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
-32 -32
39 = 6 q
Slide 12 - Tekstslide
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
-32 -32
39 = 6 q
: 6 :6
Slide 13 - Tekstslide
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
-32 -32
39 = 6 q
: 6 :6
6,5 = q
Slide 14 - Tekstslide
Vergelijking oplossen met de balansmethode!
Welke waarde heeft q?
71 = 6 q + 32
-32 -32
39 = 6 q
: 6 :6
6,5 = q Dus q = 6,5
Slide 15 - Tekstslide
Vergelijkingen oplossen
Stap 1 Noteer de vergelijking.
Stap 2 Vereenvoudig beide kanten van het =-teken.
Stap 3 Los op met de balansmethode.
Stap 4 Geef antwoord op de vraag.
Stap 5 Controleer je antwoord (vul de variabele in).
Slide 16 - Tekstslide
Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?
Maak opgaven:
Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur.
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!
Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
Bestudeer de voorkennis (blz. 86)
Opgave 2, 5, 7, 8 (van paragraaf 9.1)
Slide 17 - Tekstslide
Pauze
Slide 18 - Tekstslide
voorbeeld
Vergelijking oplossen met de balansmethode! x = getal
Welke waarde heeft a ?
8a + 20 = 30a + 2
Slide 19 - Tekstslide
voorbeeld
Vergelijking oplossen met de balansmethode! x = getal
Welke waarde heeft x ?
2x -14 = 10 -2x
Slide 20 - Tekstslide
Aan de slag
Heb je aantekeningen genoteerd in je schrift?
Maak opgaven:
Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur.
Wie kan je om hulp vragen als je het niet begrijpt?
Let ook op je notatie!
Lever in je nagekeken uitwerkingen in via de volgende slides.
Bestudeer de voorkennis (blz. 86)
2, 5, 7, 8 (van paragraaf 9.1)
11, (12, 13), 14, (15), 16, 17, U3, (U4)
Slide 21 - Tekstslide
Aan de slag
Noteer eerst voor jezelf de aantekeningen.
Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur.
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.
Ondersteunend: 1, 2,,3, O4, 5, O6, 7
Doorlopend: 1 t/m 7
Uitdagend: 1, 3, 4, 6, 7, U1, U2
Bij alle opgaven mag je zelf bepalen welke methode je toepast.
Slide 22 - Tekstslide
Aan de slag
Noteer eerst voor jezelf de aantekeningen.
Controleer je werk kritisch met behulp van de uitwerkingen via magister leermiddelen.
- Snap je wat je fout gedaan hebt? Verbeter je fouten met een andere kleur.
- Snap je niet wat je fout gedaan hebt? Vraag een klasgenoot, ouder of je docent om hulp.
Ondersteunend: 1, 2,,3, O4, 5, O6, 7
Doorlopend: 1 t/m 7
Uitdagend: 1, 3, 4, 6, 7, U1, U2
Bij alle opgaven mag je zelf bepalen welke methode je toepast.
Slide 23 - Tekstslide
Bedankt voor vandaag!
Ga thuis verder met
de lessen in LessonUp!
