Bij het maken van de persoonsvorm ga je uit van de ik-vorm
Infinitief = Het hele werkwoord
- Eten, drinken, slapen, luisteren, gamen, sporten, etc.
Ik-vorm = Infinitief - en
- Eet, drink, slaap, luister, game, sport, etc.
(Soms moet je een letter toevoegen of weglaten)
(Soms moet je een letter veranderen)