In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Les 1 Leesstrategieën lj 3
Welkom!
Telefoon in de koffer, jas aan de kapstok.
Neem rustig plaats.
timer
5:00
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Leerdoel
Inloggen in LessonUp
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van de les
welke onderdelen van leesstrategieën je nog goed moet leren voordat je de toets kan maken.
Slide 3 - Tekstslide
Instructie
Jullie gaan inloggen in deze LessonUp.
Probeer niet te veel te kletsen tussendoor en niet jouw antwoord hardop te zeggen. Zo kan iedereen voor zichzelf bepalen wat hij/zij al weet en wat nog lastig is.
Slide 4 - Tekstslide
Wat in een tekst belangrijk is, noem je hoofdzaken. Waar in de tekst lees je deze vaak?( 2 antwoorden)
A
Inleiding
B
middenstuk
C
slot
Slide 5 - Quizvraag
Waar, in een alinea, lees je de belangrijkste informatie?
Slide 6 - Open vraag
Wat vind je dan in de rest van de alinea?
Slide 7 - Open vraag
Waar kun je nog meer naar kijken in een tekst om de hoofdzaken te vinden? (meerdere antwoorden)
A
Titel
B
tussenkopjes
C
bron
D
anders gedrukte letters
Slide 8 - Quizvraag
Het belangrijkste van een tekst kun je in één zin samenvatten. Die ene zin noem je de hoofdgedachte. Hoe vind je de hoofdgedachte in een tekst?
Slide 9 - Open vraag
Je vindt de hoofdgedachte vaak: A in het slot van de tekst B in de inleiding van de tekst C in het middenstuk van de tekst
A
A is waar
B
A+B zijn waar
C
A+B+C zijn waar
D
B is waar
Slide 10 - Quizvraag
Tekstdoel
informeren
Tekstdoel
overtuigen
Je komt ergens
iets over te
weten.
Je moet
dezelfde
mening
krijgen.
nieuwsbericht
Schoolboek
reactie op
een web-
site
ingezonden
brief
NOS
Journaal
Sommige
columns
Slide 11 - Sleepvraag
Tekstdoel
overhalen (tot
handelen
aanzetten)
Tekstdoel
instrueren
dat je iets
gaat doen
uitleggen
hoe je iets
moet doen
advertentie
uitnodiging
gebruiks-
aanwijzing
recept
Slide 12 - Sleepvraag
Tekstdoel
adviseren
Tekstdoel
amuseren
je raad
geven
je vermaken
folder
(apotheek)
affiche
GGD
verhaal
gedicht
lied
Slide 13 - Sleepvraag
Om het tekstdoel te bereiken, moet de schrijver rekening houden met de groep voor wie hij schrijft, het publiek. Waaraan kun je zien voor welk publiek een tekst bedoeld is?
Slide 14 - Open vraag
Wat is het doel van deze tekst?
A
overtuigen
B
overhalen
C
adviseren
D
amuseren
Slide 15 - Quizvraag
1. Pak in iedere hand een veter
2. Kruis de veters over elkaar
3. Haal één veter onder de andere door
4. Trek de veters strak
5. Maak een met één veter een lus (niet te groot)
6. Draai de andere veter om de lus heen
7. Haal diezelfde veter onder de nieuwe lus door
8. Trek aan beide lussen tot ze strak zitten
Wat is het doel van deze tekst?
A
informeren
B
instrueren
C
amuseren
D
overtuigen
Slide 16 - Quizvraag
Een tekst heeft een bepaalde lay-out of opmaak. Schrijf op welke zaken de lay-out bepalen.
Slide 17 - Open vraag
Welk soort afbeeldingen kan een schrijver gebruiken?
Slide 18 - Open vraag
Een afbeelding kan verschillende functies hebben. Noem er drie.
Slide 19 - Open vraag
Lees de tekst:
"In de tekst wordt beschreven hoe een groep vrienden een spannende wandeltocht door een mysterieus bos maakt. Ze zijn op zoek naar een verborgen schat diep in het woud. Onderweg stuiten ze op vreemde tekens en aanwijzingen. Welke afbeelding past het beste bij deze avontuurlijke tekst?"
Slide 20 - Tekstslide
A B C D
welke foto past bij de tekst?
A
A
B
B
C
C
D
D
Slide 21 - Quizvraag
Evaluatie
Weet je nu wat je nog moet leren voor maandag? Kan je deze theorie ook toepassen bij verschillende teksten?