Cursus 7 Spelling §7 persoonsvorm tegenwoordige tijd

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands

Cursus 7 §7 Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Wat gaan we doen?

- huiswerk af?

- voorkennis §1, 2 en 3 door middel van een dictee

- theorie PV TT

- samen oefenen

- zelfstandig aan het werk: online boek  §8 maken

Oefendictee

Hoe doen we dat ook alweer?

als indira wint mag ze door naar de finale

's middags houden spanjaarden een siësta want het is dan erg warm

 In het cafeetje kletsten de opaatjes over vroeger en daarna werden ze in een taxietje naar huis gebracht.

Toetsstof

Spelling 7.1 t/m 7.4

- 

Werkwoordspelling 7.7 t/m 7.10

Werkwoordspelling

Wat is het 'einddoel'?

(wat moet je weten voor de toets?)

pv tt - pv vt - vd - ovd

De antwoorden op de toets geef je in 3 kolommen. Hoe dat moet? Dat gaan we in de komende lessen in stappen leren.

Lesdoel

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  vinden.

Ik kan de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd  goed spellen.

Hoe vind ik de PVTT?

- Waarom is het van belang om dit te weten?

- Wat zijn de 3 manieren om dit te vinden?

Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:

Maar na een paar minuten kan ik het niet meer verbergen.

Noteer de persoonsvorm uit de volgende zin:

Vandaag is Joris wakker gemaakt door zijn broer.

Hoe schrijf ik de PVTT?

Ik-vorm + t 

Uitzondering:

-> Onderwerp = ik OF je/jij achter PV:                   ik-vorm                         

-> Onderwerp in meervoud =                                   hele werkwoord 

 

Welke regel is van toepassing?

Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. hele werkwoord

Noteer de PVTT in de juiste spelling.

Mijn broertje [gedragen] zich als een kleuter.

Welke regel is van toepassing?

De patiënt [worden] elke dag beter.

1. ik-vorm
2. ik-vorm + t
3. hele werkwoord

Noteer de PVTT in de juiste spelling.

De patiënt [worden] elke dag beter.

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(draaien) Hij ... er altijd omheen.

Achmed ........... (vertellen) aan zijn moeder dat hij nooit meer vuurwerk zal afsteken.

De ballon (belanden) in de boom.

Ik (vinden) er niets aan.

De kip (broeden) al 2 weken.

(Houden) jij ook van nasi?

Hij (schelden) iemand uit.

Wat gaat hier mis?

Wat gaat hier mis?

Aan de slag

Cursus 7 Spelling §7 

- Les: Maak in online boek opdracht 1 t/m 6

- Huiswerk: Ga vervolgens verder in de route die voor jou bepaald is: 

A,B of C

Vereiste kennis bij opdracht 3

Noteer van het volgende scheidbare werkwoord de beide ik-vormen:

aantrekken

Evaluatie

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?

Kun jij de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd goed spellen?

😒🙁😐🙂😃

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
(onthouden) ... jij dat tot morgen?

1. onthoud
2. onthoudt
3. onthield
4. onthouden

Persoonsvorm tegenwoordige tijd

1. Hij onthoud
2. Hij onthoudt

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
De overvaller (beroven) het gezin.

1. berooft
2. beroofd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd:
Dat (gebeuren) beslist niet!

1. gebeurt
2. gebeurd

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Ik (worden) morgen 13 jaar.

1. wort
2. word
3. wordt

Wat klopt hier niet?

Persoonsvorm tegenwoordige tijd
(bedoelen) Wat ... u daarmee?

Huiswerk

Werkboek:

Persoonsvorm tegenwoordige tijd = opdracht 1 t/m 6 (blz. 238)

Online:

Persoonsvorm tegenwoordige tijd = 1 en 2