AFP 2 Pathologie urinewegen

1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
ParaveterinairMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


De afbeelding geeft onder andere een nier weer. Welke letter geeft het nierbekken aan?
A
P
B
Q
C
R
D
S

Slide 2 - Quizvraag

Wat wordt door de nieren gezuiverd?
A
Bloed
B
Lymfe

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn symptomen van chronische nierinsufficiëntie

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Hoe worden mensen behandeld met nieren die niet goed functioneren

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Maak opdracht 1 + 2 pathologie nieren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Pathologie termen 
Wat betekent:
  • Anurie
  • Dysurie
  • Strangurie
  • Incontinent
  • Hematurie
  • Pollakisurie
  • Nocturie

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Is er een verschil in de oorzaak van cystitis bij de hond en bij de kat?
A
Nee, bij beiden is de oorzaak meestal bacterieel
B
Ja, bij de hond is de oorzaak vaak bacterieel, bij de kat niet
C
Ja, bij de kat is de oorzaak vaak bacterieel, bij de hond niet
D
Nee, bij zowel hond als kat is de oorzaak meestal idiopathisch

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Video

Slide 29 - Tekstslide

Hoort het bij blaasontsteking bij de hond of bij de kat?
Hond
Kat
hond en kat

nsaid
meestal bacterieel
meestal idiopathisch
vaak kleine beetjes plassen
antibioticum
Stress speelt een belangrijke rol

Slide 30 - Sleepvraag

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Een blaashalscarcinoom is een kwaadaardige tumor. Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 36 - Quizvraag