Literaire mindmap boekfragment

Opdracht literaire mindmap
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, havoLeerjaar 1,3

In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Opdracht literaire mindmap

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht literaire mindmap:
  • Maak een literaire mindmap . 
  • Op A3 papier 
  • Midden van mindmap: titel boek met tekening die duidelijk aangeeft waar boek over gaat.
  • Zes takken- elke tak een andere kleur.
  • Informatie via boek Talent en deze LessonUp
  • onder andere blz. 94 (beoordelingswoorden) 


Slide 2 - Tekstslide

Inleveren

  • de opdracht voldoet aan alle eisen van de literaire mindmap (zie ELO>opdrachten)
  • voorzie de mindmap ook van je naam
  • zoveel mogelijk beelden en plaatjes en kleur
  • inleveren op school

Slide 3 - Tekstslide

Drie takken links
  1. schrijver
  2. beoordeling/mening
  3. plot


Zie ook opdracht Magister>ELO
Drie takken rechts
4personages
5. plaats/tijd
6. spanning



Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Spanning 
  • Achterhouden van informatie
  • Spelen met tijd/vertragen van tijd
  • Terugkijken en vooruitblikken
  • Spanningsboog(tijd tussen begin open plek en antwoord)
  • Gedrag hoofdpersoon
  • Verhaalruimte/decor verhaal - weer/ donker etc.
  • Je moet zelf interpreteren=zelf bepalen wat bedoeling is

Slide 6 - Tekstslide

Eigen mening
Gebruik beoordelingswoorden van blz. 94. Probeer dit ook in beelden te vangen.
Leg het voorbeeld uit met een voorbeeld uit het fragment. (kort en krachtig)

Slide 7 - Tekstslide

Personages in verhalen
hoofdpersonen
  • je leest hun gedachten en gevoelens
  • duidelijk karakter
  • veranderen door wat ze meemaken
 bijpersonen
  • je leert ze nauwelijks kennen
  • veranderen tijdens verhaal nauwelijks

In beelden/tekeingen geef jij aan hoe de personen eruit kunnen zien. Met de zijtakken kun je aangeven wat de relaties onderling zijn. (bv: hartjes, bliksem, enz.)

 

Slide 8 - Tekstslide

Plaats
  • Een verhaal heeft meestal een plek waar het zich afspeelt. 
  • Plek in het verleden of nu (tijdsbeeld).
  • Plek om sfeer en spanning op te roepen (slecht weer/landschap/nacht).
  • beeld alles uit in zoveel mogelijk beelden en/of tekeningen

Slide 9 - Tekstslide

Tijd in verhalen
  • chronologisch=van begin tot einde in logische volgorde
  • flashbacks=terugkijken in de tijd
  • flashforwards=vooruitkijken in de tijd
  • Door te spelen met tijd kan een schrijver een verhaal spannender maken.

Bekijk de volgende dia. Daarna komt een kijkersvraag!

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Kijkersvraag
In welke tijd speelt het zich af?
Hoe kun je dit in een tekening laten zien?
Waar (plaats) speelt het zich af?
Hoe kun je dit met een tekening laten zien?

Slide 12 - Tekstslide

Plot
  • bedenk plaatjes die passen bij het fragment
  • wat gebeurt er in het verhaal en hoe kun je dit in een plaatje vangen?
  • gebruik dus meerdere plaatjes om het verhaal te vertellen

Slide 13 - Tekstslide

Hoe maak je een mindmap?

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Spanning: hoe zorg je daarvoor?

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag





                                   Aan de slag dan maar.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video