Grammatica 4 les 4 (oefentoets)

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lastigste woordsoort(en)

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Tekstslide

SO Grammatica
  • Maandag 19 april (blok 1)
  • Daarna: uitleg boekendoos
  • Neem je leesboek (en schoenendoos) mee!
  • Start met Lezen 2 in Plot26 

Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn de vier aanwijzende voornaamwoorden?

Slide 6 - Open vraag

Wat zijn de vier vragende voornaamwoorden?

Slide 7 - Open vraag

Opdracht
  • Bij welke woordsoort hoort elk woord?
  • 1) Lidwoorden (bepaald of onbepaald)
  • 2) Zelfstandige naamwoorden (ZN)
  • 3) Bijvoeglijke naamwoorden (BN)

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

De lieve groene papegaai wil zijn pinda eten.

Slide 13 - Open vraag

Die lieve groene papegaai wil zijn pinda eten

Die = AANW. VNW  ; lieve = BN ; groene = BN ; papegaai = ZN 
wil = HWW ; zijn = BEZIT. VNW ; pinda = ZN ; eten = ZWW

Slide 14 - Tekstslide

Ik zou graag in de nieuwe Plus in Bilthoven willen fietsen.

Slide 15 - Open vraag

Ik zou graag in de nieuwe Plus in Bilthoven willen fietsen.

Ik = PERS. VNW ; zou = HWW ; de = BLW ; nieuwe = BN ; 
Plus = ZN ; Bilthoven = ZN ; willen = HWW ; fietsen = ZWW

Slide 16 - Tekstslide

Welke groenteboer geeft jou een rode aardbei?

Slide 17 - Open vraag

Welke groenteboer geeft jou een rode aardbei?

Welke = VR. VNW ; groenteboer = ZN ; geeft = ZWW ; 
jou = PERS. VNW ; een = OBLW ; rode = BN ; aardbei = ZN

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide