+2.4 Het Griekse wereld- en mensbeeld

De tijd van Grieken en Romeinen
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De tijd van Grieken en Romeinen
Periode: oudheid, tijd: 3000 v.C. - 500 n.C.

Slide 1 - Tekstslide

Het Griekse wereld- en mensbeeld 

Slide 2 - Tekstslide

Denken over natuur en gezondheid
  • De Grieken zagen in alle natuurverschijnselen goden, die verklaard werden door mythisch denken.
  • Hoe de goden zich gedroegen, omgingen met elkaar en met de mensen werd beschreven in mythen.
  • Bij ziektes en ander onheil offerden de Grieken aan de goden om het onheil af te wenden.

Slide 3 - Tekstslide

Griekse filosofie 



  • Griekse godenwereld (polytheïsme)
  • Door handel en oorlog veel contact met de rest
      van de wereld. 
  • Twijfel aan eigen wereldbeeld en belevingswereld.
  • Twijfel leidt tot het opkomen van de 'filosoof' 

Slide 4 - Tekstslide

Denken over mens en samenleving



  • Filosofen stellen overal vragen over en proberen die te bewijzen door logische argumenten en bewijzen.
  • Sommige filosofen onderzoeken vooral de mens zelf.
  • Waar komt gedrag en karakter vandaan, was hun vraag.

Slide 5 - Tekstslide

Filosofie en wetenschap

filos = zoon/vriend
sofia = wijsheid




"Want met het oog op de huishouding, op de staatsinrichting, op alle kunsten,
bezit geen enkel leervak zo grote opvoedkundige waarde als de studie
der getallen. Het voornaamste is wel dat zij de slaperige, van nature domme
geesten wakker schudt en hen goedleers, flink van geheugen en schrander
maakt en dat ze hen, dank zij het goddelijke dat er in die kunst zit, boven
hun eigen natuur doet uitgroeien"


Slide 6 - Tekstslide

‘αγεωμετπητοσ μηδεισ εισιτω’

Slide 7 - Tekstslide

Filosofische vraagstukken

- Wat is de waarheid? (ik weet alleen dat ik niets weet)
- Wie ben ik? 

Aristoteles wil niet alleen maar redeneren
maar gaat ook onderzoek doen. Hiermee wordt de basis gelegd voor de hedendaagse wetenschap

Slide 8 - Tekstslide

De school van Athene

Slide 9 - Tekstslide


Socrates

  • Eén van de belangrijkste Atheense filosofen
  • Goed en kwaad (Ethiek)
  • Mensen doen slechte dingen als ze niet nadenken
  • Socratische manier van vragen stellen
  • Werd veroordeeld tot het leegdrinken van de gifbeker.

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide


Plato


  • Leerling van Socrates
 Oprichter van de Akademeia 
(Atheense academie - hoger onderwijs)
  • Bekendste werk: De Staat, over politiek
Ideeënleer
In deze periode richtte hij zich steeds meer op de ‘Ideeënleer’, het gedachtegoed dat er van alle dingen in het universum perfecte ‘Vormen’ of ‘Ideeën’ bestaan. Alles wat wij om ons heen zien in de wereld zijn echter slechts ‘afspiegelingen’ van deze ideaalbeelden, waardoor de meeste mensen denken de ‘echte’ Ideeën te kennen, maar dat in werkelijkheid niet doen. Deze perfecte vormen liggen namelijk diep opgeslagen in onze ziel, waardoor ze alleen door filosofen te bestuderen zijn.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Gebruik bron 12.
Op welk risico van de democratie wees Plato?

Slide 14 - Open vraag


Aristoteles

  • Leerling van Plato
  • Filosoof én natuurkundige
  • Mens is sociaal wezen kan alleen in een polis-gemeenschap volmaaktheid vinden
  • Leraar Alexander de Grote

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Lees de bron. Het is een fragment uit het
boek Politica van de Griekse filosoof
Aristoteles. Keurde hij slavernij goed of af?
Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open vraag

Natuurfilosofen








  • Eigenlijk de voorlopers van moderne wetenschappers.
  • Hebben belangrijke ontdekkingen gedaan, die (soms) vandaag de dag nog steeds kloppen.

Slide 18 - Tekstslide


Archimedes


  • Natuurkunde/Wiskunde/Sterrenkunde
  • Wet van Archimedes


Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video


Hippocrates


  • Geneeskunde (opgeleid door vader)
  • Reisde rond
  • Alle ziekten zijn verschillend (andere behandeling)
  • Oorzaak en genezing niet door Goden
  • Zou een afstammeling van de halfgod Asclepius (Esculaap)

Eed van Hippocrates
De eed van Hippocrates is een eed waarin artsen zichzelf verplichten bepaalde beroepsregels te zullen handhaven. De eed is opgesteld in het Oudgrieks en is vernoemd naar de Griekse arts Hippocrates, die omstreeks 400 v.Chr. zijn leerlingen van het Asklepieion op het eiland Kos deze belofte liet afleggen.

Slide 21 - Tekstslide

Wat houdt de eed van Hippocrates in? (je mag zoeken op internet)

Slide 22 - Open vraag

Thucydides wordt de 'vader van de wetenschappelijke geschiedschrijving' genoemd.
Leg met een bronelement uit dat zijn manier van onderzoek doen past bij het wetenschappelijk denk van de Grieken.

Slide 23 - Open vraag

Plato was een Griekse filosoof en schrijver, leerling van Socrates en leraar van Aristoteles. Hij is één van de invloedrijkste denkers in de Westerse filosofie. Hij is ook de stichter van de Atheense Akademia, het eerste instittuut voor hoger onderwijs in het westen. Rafaël schilderde Plato als Leonardo da Vinci.
Aristoteles was een Griekse filosoof en wetenschapper die samen met Socrates en Plato worden beschouwd als één van de invloedrijkste klassieke filosofen uit het westen. Hij was lid van Plato's Akademeia. Aristotles is de leermeester van Alexander de Grote.
Socrates was een klassieke Griekse filosoof. Hij wordt beschouwd als één van de grondleggers van de westerse filosofie. Hij heeft zelf niks opgeschreven, alles is later opgeschreven door zijn leerlingen waaronder Plato. 
Pythagoras was filosoof die tegenwoordig vooral bekendheid geniet vanwege zijn wiskundige stelling; Stelling van Pythagoras (A²+B²=C²)
Archimedes wordt gezien als één van de grootste wiskundige allertijden. In zijn eigen tijd werd hij vooral gewaardeerd vanwege zijn natuurkundige en technische uitvindingen. Er is een natuurkundige wet naar hem vernoemd die nog steeds bij natuurkunde wordt gevraagd; wet van Archimedes en hij is bekend van zijn hefboom.
Archimedes zou gezegd hebben met betrekking tot de hefboom: Geef me een plaats om te staan en ik breng de aarde in beweging.
- Athene had angst voor machtige leider: volksvergadering en democratie
- filosofen debateerden of democratie wel het juiste was
hoe te herkennen in vraag/ bron:

wetenschap:
- experimenten
- nadenken over natuurverschijnselen

politiek:
- burgerrechten
- volksvergadering

Slide 24 - Tekstslide

Schoonheid en kunst

Slide 25 - Tekstslide

Culturele veranderingen
Steden kregen ander uiterlijk:
  • rechthoekig stratenplan
  • theaters
  • gymnasia
  • Griekse tempels
  • beeldende kunst:
  • perfecte weergave van anatomie

Slide 26 - Tekstslide

Theater van Taormina (Sicilië)
Epidaurus

Slide 27 - Tekstslide

Gymnasia 
Sportterrein

Slide 28 - Tekstslide

Kenmerken Griekse kunst:
  • 300 - 100 v. Chr.
  • virtuositeit in beweging en anatomie
  • ingewikkelde composities o.a. in  beeldengroepen
  • gevoelens en hartstocht
Hellas: griekse benaming 
voor Griekenland

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Huiswerk
Maak een samenvatting van 2.4 volgens de aanwijzingen op blz. 47-49
EN:
2.5 Feit en mening: blz. intro 93; 97-99

Slide 32 - Tekstslide