les 5 Communicatie met je leidinggevende

Communicatie met je leidinggevende en collega's
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Communicatie met je leidinggevende en collega's

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen
Aan het eind van de les weten de studenten
hoe je het beste kan communiceren met je leidinggevende en je collega's

Slide 2 - Tekstslide

wat gaan we doen?
theorie
sleepvraag
filmpje
vragen
filmpje
gesprek over het filmpje
opdrachten maken


Slide 3 - Tekstslide

vier manieren waarop je met je leidinggevende kunt communiceren

Slide 4 - Tekstslide

Tekst
schriftelijk
Telefonisch
mondeling
digitaal

Slide 5 - Sleepvraag

communiceren met collega's
duidelijk afspraken maken
nakomen van gemaakte afspraken
rekening houden met de mening van anderen
je eigen mening durven geven
feedback/compliment kunnen geven
feedback/compliment kunnen ontvangen

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Interculturele communicatie is
A
reflectie
B
communicatie tussen verschillende culturen
C
extra taal voor anderstaligen
D
de taalachterstand die sommige culturen hebben

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de zender in communicatie?
A
Degene die de boodschap communiceert
B
Degene die de boodschap ontvangt

Slide 9 - Quizvraag

Verkeersborden zijn geen
vorm van communicatie
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quizvraag

Wat is communicatie?
A
Het gebruiken van taal
B
Het interpreteren van een boodschap
C
Het overbrengen van informatie van de een naar de ander
D
Het begrijpen van een boodschap

Slide 11 - Quizvraag

Wat is verbale communicatie?
A
gesproken taal
B
getype taal
C
gebarentaal
D
alle drie

Slide 12 - Quizvraag

Interne communicatie is
A
de vergadering op stage
B
de boodschap van mijn client
C
alles wat ik denk en voel
D
niet zichtbaar

Slide 13 - Quizvraag

non-verbale communicatie
A
Geen communicatie
B
Communicatie zonder woorden.

Slide 14 - Quizvraag

Wie is de ontvanger in communicatie?
A
Degene die de boodschap communiceert
B
Degene die de boodschap ontvangt

Slide 15 - Quizvraag


Wat voor communicatie is dit?
A
Verbale communicatie
B
Non-verbale communicatie
C
Goede communicatie
D
Ondersteunende communicatie

Slide 16 - Quizvraag

waar let je op bij een goede communicatie?

Slide 17 - Woordweb

Aan de slag

lezen:
2.14. Communiceren met je leidinggevende 
2.15. Gedragsregels voor communicatie 
2.16 AVG-wetgeving

Maken opdracht 35, 36, 37, 38, 39, 40

 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide