Terugkoppeling schaatsen 7 maart

• NT2
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Terugkoppeling schaatsen

Wat gaan we doen? 

* Terugblik email. 

* Uitleg presentaties

* Uitdelen beoordeling email.

* Beginnen met presentatie maken

Verschil en/een

Mijn vrienden en ik gaan schaatsen. 

Hij heeft een boek gekocht. 

Jij en ik gaan zwemmen. 

Dit is een zwembroek. 

Wat is goed?

1. Mijn vrienden een ik.
2. Ik eet en appel.
3. Mijn vrienden en ik.
4. Ik eten een appel.

Welke zin is goed?

1. Om 20 mei gingen we naar huis.
2. Op 19.00 uur gingen we naar huis.
3. Op 29 april gingen we op 17.00 uur naar huis.
4. Op 29 maart gingen we om 18.00 uur naar huis.

Op en om

We gingen om 17.00 uur naar huis. 

We gingen op 29 februari naar Leeuwarden om te schaatsen. 

om =  tijd

op = datum

Wat is goed?

1. Mijn vrienden een ik.
2. Ik eet en appel.
3. Mijn vrienden en ik.
4. Ik eten een appel.

Sneeuw

ijs

Verschil sneeuw en ijs

Vriendinnen

Vrienden 

(jongens en meisjes 

of jongens) 

Verschil vrienden/vriendinnen

Dit/dat en deze/die

(aanwijzend voornaamwoorden) 

Enkelvoudige het-woorden =  dit en dat 

Enkelvoudige de-woorden en meervoudige woorden = deze en die 

Dit en deze = dichtbij

Dat en die = ver weg 

Enkelvoudige het-woorden

Het bankje:

Dit bankje is erg mooi. (dichtbij) 
Dat bankje vind ik niet mooi. (ver weg) 

De-woorden en meervoudige woorden

De fiets:

Deze fiets vind ik geweldig. (dichtbij) 

Die fiets vind ik zo mooi! (ver weg) 

De auto's:

Deze auto's rijden erg hard. (dichtbij)

Die auto's zijn hartstikke snel. (ver weg) 

Opdracht: 

* Maak een presentatie over een onderwerp die jij leuk vindt. 

* Jij gaat die later ook presenteren.