In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Wegraking
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoelen.
🩺 Je weet wat wegraking is. 🩺 Je weet welke vragen je moet stellen om tot de juiste urgentie te komen. 🩺 Je weet hoe je moet handelen bij wegraking. 🩺 Je kunt enkele oorzaken van een wegraking benoemen.
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij het woord "wegraking" ?
Slide 3 - Woordweb
Wegraking.
Wordt ook wel collaps genoemd.
Een kortdurende bewusteloosheid die snel voorbij is,
en korter duurt dan 15 minuten. Meestal hooguit 30 seconden.
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Je ziet bij U3 staan : Begeleidende klachten. Aan welke klachten moet je dan denken?
Slide 6 - Open vraag
Achtergrondinformatie.
🩺 BRUE
🩺 Vasovagale collaps / syncope / flauwvallen
🩺 Hartritmestoornissen
🩺 (Epileptisch) insult
🩺 Hersenschudding
🩺 Hyperventilatie
🩺 Orthostatische klachten
🩺 Koortsstuip
Slide 7 - Tekstslide
Wat weet je nog van "BRUE" ?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
🩺 Vasovagale collaps / syncope / flauwvallen
Plotseling kortdurend verlies van bewustzijn. Komt door tijdelijk onvoldoende doorbloeding van de hersenen door uiteenlopende oorzaken – van onschuldig tot ernstig.
Slide 10 - Tekstslide
Symptomen voorafgaand aan flauwvallen ?
Slide 11 - Woordweb
🩺 Misselijk gevoel
🩺 Licht in het hoofd
🩺Transpireren
🩺Wazig zien
🩺Hartkloppingen
🩺Bleek worden
🩺Duizelig
Slide 12 - Tekstslide
Welke oorzaken kun je bedenken voor flauwvallen?
Slide 13 - Woordweb
🩺 (Hevige) emoties
🩺 Lang staan
🩺 Slecht eten en/of drinken
🩺 Oververhit
🩺 Stress
🩺 Medicatie
🩺 Te snel opstaan
🩺 Lage bloeddruk
Slide 14 - Tekstslide
Ernstigere oorzaken
🩺Hart(ritme) problemen (vaak door afwijkende hartslag door te snel of te langzaam kloppen
🩺Epilepsie (door trekkingen van de patiënt kan hij of zij na bijkomen nog een tijd zich suf voelen)
🩺Longembolieën
Slide 15 - Tekstslide
Wat doe je als iemand dreigt flauw te vallen? En wat doe je als iemand daadwerkelijk flauwgevallen is?
Slide 16 - Woordweb
🩺 Gevoel van flauwvallen
Hoofd tussen de knieën brengen, daarna het hoofd oprichten, terwijl in de nek tegendruk wordt gegeven.
🩺 Patiënt die al flauwgevallen is
Patiënt met de benen hoger dan het hoofd leggen. Pas opstaan na herstel. Zorg voor een rustige omgeving.
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Video
Ernstigere oorzaken
🩺Hart(ritme) problemen (vaak door afwijkende hartslag door te snel of te langzaam kloppen
🩺Epilepsie (door trekkingen van de patiënt kan hij of zij na bijkomen nog een tijd zich suf voelen)
🩺Longembolieën
Slide 19 - Tekstslide
🩺 Wegraking bij hartritmestoornissen
Zowel een te snel als een te traag hartritme kan de oorzaak zijn dat de hersenen onvoldoende worden doorbloed. Kan ook voorkomen bij een hartinfarct. Bij een tijdelijke volledige blokkade van elektrische-prikkeling geleiding kan de pols even weg vallen en kan resulteren in een heel korte wegraking. Dit voelt de patiënt meestal niet aankomen.
Slide 20 - Tekstslide
🩺 Epileptisch insult
Plotselinge bewusteloosheid die gepaard gaan met samentrekkingen.
✧Tongbeet
✧Schuim op de mond
✧Urine verlies.
Komt na enige minuten weer bij, maar valt door intense vermoeidheid weer in slaap. Wekken is mogelijk.
Slide 21 - Tekstslide
Welke adviezen geef je ook al weer als een patiënt een insult heeft ?
Slide 22 - Woordweb
🩺 Hersenschudding
Verouderd begrip, term wordt niet meer gebruikt. Momenteel word de term hoofdtrauma gebruikt of een verhoogd risico op letsel van hersendelen.
Slide 23 - Tekstslide
Klachten hersenschudding / hoofdtrauma
Slide 24 - Tekstslide
Welke adviezen geef je aan een patiënt die herstellende is na een hoofdtrauma?
Slide 25 - Woordweb
🎯 Blijf zo veel mogelijk je dagelijkse dingen doen. Bijvoorbeeld taken in huis en op je werk. Kun je door je klachten nu niet al je werk doen? Bespreek met de bedrijfsarts wat wel lukt.
🎯 Stop na 2 weken met pijnstillers. Als je lang pijnstillers blijft slikken, kun je daardoor juist weer hoofdpijn krijgen.
🎯 Beweeg elke dag. Kies wat lukt en wat je prettig vindt. Ga bijvoorbeeld fietsen, wandelen, zwemmen of tuinieren.
🎯 Wees actief, maar doe niet meteen te veel. Ga langzaam steeds iets meer doen. Zorg ook voor genoeg rust.
Slide 26 - Tekstslide
🩺 Hyperventilatie
Ontstaat vaak door angst of spanning.
Hierbij is de patiënt zijn ademhaling van slag zonder dat de patiënt dat beseft. waardoor er een te snelle of te diepe ademhaling is. De patiënt zit in een stoel maar heeft het gevoel dat hij een marathon loopt.
Slide 27 - Tekstslide
Hyperventilatie kan een symptoom van van een andere aandoening.
✧Hartinfarct.
✧Longembolie.
✧Ontregeling van het zuur-base-evenwicht in het bloed. (balans van PH waarde in het bloed)
Slide 28 - Tekstslide
Welke klachten kan iemand hebben bij hyperventilatie?
Slide 29 - Woordweb
Slide 30 - Tekstslide
Je krijgt iemand aan de lijn die belt voor een patiënt die hyperventileert. Welke adviezen geef je?
Slide 31 - Woordweb
🩺 Adviezen bij hyperventilatie
🎯Als u voelt dat uw ademhaling in de war raakt, probeer dan rustig te ademen. Dat doet u zo:
✧Ga op een stoel zitten.
✧Leg uw handen op uw buik.
✧Adem rustig via uw buik in. U duwt uw handen weg als u inademt. Zo controleert u of u het goed doet.
✧Tel mee. Adem rustig 3 tellen in en 6 tellen weer uit. Elke tel is een seconde.
🎯In een papieren of plastic zak ademen helpt niet.
🎯Soms helpt het om iets te doen. U let dan minder op uw ademhaling. Bijvoorbeeld:
✧Loop even naar buiten.
✧Doe een paar kniebuigingen.
✧Of ga hardop lezen.
Slide 32 - Tekstslide
🩺 Orthostatische klachten
Bij orthostase werkt het systeem dat de bloeddruk regelt minder goed. De klachten ontstaan doordat de bloeddruk daalt als je gaat staan.
Na opstaan uit liggende of zittende houding kan er binnen 5 a 10 seconden een licht gevoel in het hoofd ontstaan. Na enkele seconden trekken de klachten weg. Ook bepaalde medicijnen met name voor hoge bloeddruk kunnen de klachten veroorzaken. Rustig overeind komen is belangrijk eventueel met steun om vallen te voorkomen.
Slide 33 - Tekstslide
🩺 Koortsstuip
Plotseling optredende bewegingen van armen en benen bij een kind met koorts, veelal enkele minuten durend. Wordt gekenmerkt door een periode van sufheid en niet goed te wekken na de koortsstuip. Leidt niet tot hersenbeschadiging. Veel ouders zijn bang dat hun kind een koortsstuip krijgt tijdens hoge koorts, maar verreweg de meeste stuipen treden op aan het begin van een koortsperiode als de temperatuur snel oploopt. Stuipen kunnen niet worden voorkomen door koortsverlagende middelen.
Slide 34 - Tekstslide
🩺 Koortsstuip
Ongeveer een derde van de kinderen die een koortsstuip hebben gehad, krijgt bij een volgende periode opnieuw een stuip. Een koortsconvulsie hoort normaal niet voor te komen bij een kind dat jonger is dan 6 maanden of dat ouder is dan 6 jaar en evenmin tweemaal in dezelfde koortsperiode. In die gevallen moet onderzoek worden gedaan naar ernstige onderliggende ziekten. Een stuip duurt niet langer dan 15 minuten. Koortsstuipen staan niet in relatie tot epilepsie.
Slide 35 - Tekstslide
Wat zijn ook al weer de adviezen die je geeft aan de ouder van het kind met de koortsstuip ?
Slide 36 - Woordweb
🩺Heeft je kind een koortsstuip?
✧Probeer rustig te blijven.
✧Leg je kind op de zij zodat het zich niet kan verslikken.
✧Zorg dat je kind niet kan vallen en zich niet kan stoten of bezeren.
( ✧Bel dan direct de huisarts, ook al is het schokken misschien al gestopt )
Slide 37 - Tekstslide
Triage vragen
🎯 Is de patiënt buiten bewustzijn geweest?
🎯 Heeft u nu pijn op de borst?
[Pijn op de borst] Aard; ernst; locatie; uitstraling; inspanningsrelatie; herkenbaarheid; vegetatieve verschijnselen?
🎯Is de patiënt apathisch; reageert hij sloom en minder alert? AVPU?
🎯Is de hartslag of het hartritme anders dan normaal (hartoverslag, onregelmatig, hartjagen)?
Slide 38 - Tekstslide
Triage vragen
🎯Is de patiënt apathisch; reageert hij sloom en minder alert? AVPU?
🎯Is de hartslag of het hartritme anders dan normaal (hartoverslag, onregelmatig, hartjagen)?
🎯Wat gebeurde er precies bij de wegraking (omstandigheden; voelen aankomen – hoe; hoe lang weggeweest; meerdere keren; stuipen; andere klachten, BRUE)?
Slide 39 - Tekstslide
Je ziet dat er 2 vragen bij zowel U1 als U2 kunnen horen.
Als een patiënt op 1 van deze vragen een "ja" antwoordt, kies je voor U2, mochten beiden vragen met "ja" beantwoord worden, kies je voor U1.
Slide 40 - Tekstslide
Triage vragen
🎯Bent u duizelig?
[Duizelig] Kunt u de duizeligheid beschrijven: aard, ernst, duur, frequentie, begeleidende klachten?
Slide 41 - Tekstslide
🩺 Adviezen
Kun je geven bij :
🎯Flauwvallen
🎯Gevoel van flauwvallen
🎯Orthostatische klachten
En natuurlijk je contactadviezen
Slide 42 - Tekstslide
Flauwvallen.
Patiënt met de benen hoger dan het hoofd leggen. Pas opstaan na herstel. Zorg voor een rustige omgeving.
Gevoel van Flauwvallen.
Hoofd tussen de knieën brengen, daarna het hoofd oprichten, terwijl in de nek tegendruk wordt gegeven.
Slide 43 - Tekstslide
Orthostatische klachten.
Niet snel overeind komen, neem de tijd. Ga eerst zitten. Zwaai de benen uit bed, sta daarna op.
Contactadvies.
Contact opnemen als patiënt opnieuw flauwvalt of als bewustzijn na enige minuten niet helder is.