MM 2K - 4.3 Naar een ander soort samenleving (les 6)
Welkom
Mens en Maatschappij
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2
In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Welkom
Mens en Maatschappij
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Programma
Bespreken werkstuk H4. Zie hand-out (5 minuten).
Nakijken opdrachten 4.2 (5 minuten).
Uitleg theorie (10 minuten).
Zelfstandig maken opdrachten (25 minuten).
Afronden (5 minuten).
Lesdoel
Je weet welke veranderingen kwamen na de industriële revolutie.
Slide 2 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Opdracht
Maak opdracht 1-3 (blz 20-21).
Lesdoel
Je weet welke veranderingen kwamen na de industriële revolutie.
Een Romein op bezoek
Rond 1800: Mensen reizen nog steeds te voet, te paard of per zeilschip. Het werk werd met de hand gedaan. De mensen werkten op het land. Op school werd lesgegeven in het Latijn.
Rond 1900: Mensen reizen per trein of per stoomschip. Het werk werd met machines gedaan in fabrieken die roet en mist uitbraken over de steden. Nieuwe producten als lucifers en de telefoon. Alleen nog Latijn op het gymnasium.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat er bedoeld wordt met verstedelijking.
Je kunt de kenmerken van de industriële samenleving beschrijven.
Uitleg
19e eeuw, Groot-Brittanië
Gebruik landbouwmachines > veel werkloosheid op platteland > werkzoekenden naar de steden > groei van de steden.
Bouw van fabrieken in steden > veel werknemers nodig > verstedelijking (urbanisatie).
Fabrieken hadden grondstoffen nodig en stadsbewoners hadden producten nodig > gebruik stoomtreinen.
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Slide 5 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat er bedoeld wordt met verstedelijking.
Je kunt de kenmerken van de industriële samenleving beschrijven.
Uitleg
19e eeuw, Groot-Brittanië
Door industriële revolutie veranderde de samenleving > industrie en diensten werden belangrijke middelen van bestaan.
De meeste mensen leefden in de steden > industriële samenleving.
19e eeuw = tijd van burgers en stoommachines.
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Slide 6 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat er bedoeld wordt met verstedelijking.
Je kunt de kenmerken van de industriële samenleving beschrijven.
Opdracht
Lees de theorie (blz 21).
Maak opdracht 4
Lees de theorie (blz 22).
Maak opdracht 5-6.
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat imperialisme betekent.
Slide 9 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat imperialisme betekent.
Uitleg
Steeds meer mensen kochten producten uit fabrieken > fabrieken hadden steeds meer grondstoffen nodig (rubber, tin, olie, koper).
Veel grondstoffen kwamen uit andere werelddelen > grote, Europese industrielanden (zoals Groot-Brittannië) veroverden grote gebieden in Azië en Afrika > macht, grondstoffen, rijkdom.
Imperialisme = het ontstaan van grote rijken met kolonies.
Kolonies > wingebieden voor grondstoffen, afzetmarkten voor producten en gebied om de Europese cultuur en beschaving te brengen.
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
4.3 Naar een ander soort samenleving
Leerdoel
Je weet wat er bedoeld wordt met verstedelijking.
Je kunt de kenmerken van de industriële samenleving beschrijven.
Je weet wat imperialisme is.
Opdracht
Lees de theorie (blz 23).
Maak opdracht 7.
Tijd van burgers en stoommachines
1800-1900
Slide 11 - Tekstslide
Hoofdstuk 4: Mensen en machines
Introductie
Programma
Afronden (5 minuten).
Controle lesdoel
Stelling: De industrialisatie heeft onze wereld veranderd.
Ben jij het eens of oneens met deze stelling?
Leg je mening uit met argumenten.
Huiswerk
Maak opdracht 5, 6 en 7 (deel 1) van de praktische opdracht.