HEJ 2bk Cursus Taal §4 voor- en achtervoegsels

Welkom klas 2!
§4 Voor- en achtervoegsels
Ga zitten volgens de plattegrond
Basis: Lees tekst 1 op blz. 92-93.
Kader: Lees tekst 1 op blz. 94.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat linksonder in beeld).
timer
7:00
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom klas 2!
§4 Voor- en achtervoegsels
Ga zitten volgens de plattegrond
Basis: Lees tekst 1 op blz. 92-93.
Kader: Lees tekst 1 op blz. 94.
Log alvast in op LessonUp
(de code staat linksonder in beeld).
timer
7:00

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag
Aanwezigheid
Dilemma op dinsdag
Lesdoelen
Herhaling vorige les
Uitleg: voor- en achtervoegsels
Opdrachten maken
Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Dilemma op dinsdag
Je moet de troonrede voorlezen op Prinsjesdag
Je zwaait naar iedereen alsof je de koningin bent. 

Slide 4 - Tekstslide

Dilemma op dinsdag
TROONREDE VOORLEZEN
ZWAAIEN ALS DE KONINGIN

Slide 5 - Poll


  • Je weet hoe een woord met een voor- of achtervoegsel wordt gevormd.
Lesdoel

Slide 6 - Tekstslide

Disrespectvol?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Is een stukje dat voor een woord wordt geplakt om een nieuw woord te maken. 

  • Anti, her, mini, non, wan, inter.
    ver- : verbouwen, verkopen
    on- : ongunstig, oneerlijk
    ont- : ontmoedigen, onteigenen
    her– : herexamen, heroverwegen
Een voorvoegsel

Slide 9 - Tekstslide

Koppel de voorvoegsels aan het juiste woord.
bouwen
koppelen
rekenen
vriendin
vijand
ver-
ont-
be-
ex-
aarts-

Slide 10 - Sleepvraag

Is een stukje dat achter een woord wordt geplakt om een nieuw woord te maken. 

  • -baar, -heid, -ing, -loos.
    -heid : schoonheid, traagheid
    -lijk :
    koninklijk, hoofdzakelijk
    -loog, -logie :
    technoloog, psychologie
    –rijk: belangrijk, omvangrijk
Een achtervoegsel

Slide 11 - Tekstslide

Koppel de achtervoegsels aan het juiste woord.
twee
schoon
ruim
psycho
twijfel
-ling
-heid
-te
-loog
-achtig

Slide 12 - Sleepvraag

Slide 13 - Link

Soms loopt het gebruik van voor- en achtervoegsels uit de hand. Er onstaan dan woorden die eigenlijk helemaal niet bestaan, maar best vaak worden gebruikt. 
Hoe veel woorden uit het filmpje gebruik jij wel eens?
Vol = vol

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Link

Maak zoveel mogelijk woorden met
het voorvoegsel -be.

Slide 16 - Woordweb

Maak zoveel mogelijk woorden met
het achtervoegsel -heid.

Slide 17 - Woordweb

Wat?
Cursus 4 Taal, paragraaf 4: Voor- en achtervoegsels.
Basis: opdracht 2 t/m 5 (blz. 93)
Kader: opdracht 1 t/m 5 (blz. 94-95)
Hoe?
Zelfstandig. De eerste vijf minuten in stilte, daarna overleggen.
Hulp
Steek je vinger op als je een vraag hebt.
Tijd
10 minuten.
Klaar?
Laat het controleren door de docent. 
Opdrachten maken 
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide


  • Je weet hoe een woord met een voor- of achtervoegsel wordt gevormd.
Lesdoelen

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de functie van voor- en achtervoegsels?
Leg uit in je eigen woorden.

Slide 20 - Open vraag

Wat vind je tot nu toe goed gaan
tijdens de lessen Nederlands?

Slide 21 - Woordweb

Wat kan nog beter tijdens
de lessen Nederlands?

Slide 22 - Woordweb

Wie heeft nog een vraag over wat we vandaag hebben behandeld?

Slide 23 - Tekstslide