Ik krijg een knipoog of knikje van de docent als dit me snel is gelukt.
Doel: Ik zorg ervoor dat we binnen 3 minuten na binnenkomst aan het werk kunnen.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
WELKOM
Ik pak mijn werkboek, schrift en etui.
Ik ben stil en kijk naar de docent.
Ik krijg een knipoog of knikje van de docent als dit me snel is gelukt.
Doel: Ik zorg ervoor dat we binnen 3 minuten na binnenkomst aan het werk kunnen.
Slide 1 - Tekstslide
DINSDAG 29 SEPTEMBER
Absentie
Spullen op orde? Werkschrift, schrift en etui
Flexuur maandag 28 september
Inloggen LessonUp-app
Leerdoelen 1.7 Grammatica
Instructiefilmpjes
Aan het werk!
Evaluatie
Slide 2 - Tekstslide
LessonUp-app
Voeg jezelf toe aan de klas van 1B. Ik kan dan je vorderingen goed bijhouden en je extra instructie of uitdaging bieden. Download LessonUp op je telefoon en meld je aan met de volgende groepscode: RPVPS
Slide 3 - Tekstslide
LEERDOELEN 1.7 GRAMMATICA
Ik kan een zin in zinsdelen verdelen.
Ik kan de persoonsvorm en het onderwerp van een zin benoemen.
Ik kan de zinsdeelproef uitvoeren.
Slide 4 - Tekstslide
STAPPENPLAN REDEKUNDIG ONTLEDEN
1. Onderstreep de persoonsvorm (PV)
2. Zet zinsdeelstrepen 3. Benoem het werkwoordelijk gezegde (WG)
4. Benoem het onderwerp (O)
Slide 5 - Tekstslide
https:
Slide 6 - Link
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin? Jan heeft een nieuwe fiets gekocht.
A
Jan
B
heeft
C
een nieuwe fiets
D
gekocht
Slide 7 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin? Waarom geef jij geen antwoord?
A
Waarom
B
jij
C
geef
D
antwoord
Slide 8 - Quizvraag
persoonsvorm
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
https:
Slide 11 - Link
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?
De kater sluipt bij de buurman naar binnen.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 12 - Quizvraag
Uit hoeveel zinsdelen bestaat de volgende zin?
Vandaag geef ik een feestje bij mij thuis.
A
2
B
3
C
4
D
5
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Video
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin: Haar ouders hebben haar huisarrest gegeven.
A
haar ouders
B
hebben
C
huisarrest
D
hebben gegeven
Slide 15 - Quizvraag
Wat is het werkwoordelijk gezegde in de volgende zin: Werd jij vanmiddag omgeroepen?