breuken start

Rekenkundige Breuken
In deze les alleen:
- Omzetten van breuken
- gelijknamig maken van 
  breuken
- breuken +, - , x, en :
- vereenvoudigen van breuken
- machten van breuken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
procestechniekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Rekenkundige Breuken
In deze les alleen:
- Omzetten van breuken
- gelijknamig maken van 
  breuken
- breuken +, - , x, en :
- vereenvoudigen van breuken
- machten van breuken

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat blijft over en wat neem je weg van de taart
A
29/30 over 1/30 weg
B
24/25 over en 1/25 weg
C
1/30 over en 29/30 weg
D
1/25 over en 24/25 weg

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

De tank is leeg. Er kan 50 liter in. Je tank 20 liter. Hoe vol en hoe leeg is de tank?
A
3/5 vol en 2/3 leeg
B
3/5 leeg en 2/3 vol
C
2/5 vol en 3/5 leeg
D
2/5 leeg en 3/5 vol

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Een breuk nemen van een getal
Regel: Deel dat getal door de noemer en vermenigvuldig de uitkomst met de teller.
Voorbeeld: 
x 2 = 12 x 2 = 24
52van60=60:5

Slide 7 - Tekstslide

3/4 van 12 is
A
0,75
B
19
C
12
D
9

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen


Breuken vereenvoudigen betekent dat je de noemer van de breuk kleiner maakt. De waarde van de breuk verandert niet!
De afspraak is dat je, als het mogelijk is, de breuk steeds zo eenvoudig mogelijk schrijft.

Slide 10 - Tekstslide

Breuken vereenvoudigen

Gelijkwaardige breuken én vereenvoudigd

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1/6 + 3/10 =
A
4/60
B
4/8
C
3/60
D
7/15

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

breuken optellen
breuken aftrekken

Slide 15 - Tekstslide

25/3 - 32/5
A
31/15
B
29/15
C
24/5
D
11/5

Slide 16 - Quizvraag

Let op! 
Een geheel getal is ook een breuk met noemer 1.
Bv. 4 is gelijk aan 4/1

Slide 17 - Tekstslide