4.1

VWO 4
4.1  De opkomst van steden.
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe en waardoor in Europa verstedelijking plaatsvond.
- hoe handel en nijverheid elkaar stimuleerden.
- hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
KA: - de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

VWO 4
4.1  De opkomst van steden.
Lesdoelen:
In deze paragraaf leer je:
- hoe en waardoor in Europa verstedelijking plaatsvond.
- hoe handel en nijverheid elkaar stimuleerden.
- hoe de geldeconomie zich ontwikkelde.
KA: - de opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving.

Slide 1 - Tekstslide

4.1 De opkomst van steden.
Jeanne d'Arc
Nationale held van Frankrijk.
Jeanne d'Arc hielp de Franse kroonprins Karel in de oorlog tegen de Engelsen. Door Jeanne heeft Frankrijk succesen gehad in de oorlog. Ze valt in handen van de Engelsen die haar overleveren aan de kerkelijke rechtbank.

Door de stemmen die Jeanne claimde te horen werd ze veroordeeld tot ketter en op de brandstapel verbrand.



Slide 2 - Tekstslide

3

Slide 3 - Video

01:29
In welke 2 kampen is Frankrijk verdeeld? Versleep de bijpassende groepen naar de goede plaats.
Noorden
Zuiden
Engelsen
Fransen o.l.v.
Karel VII
Bourgondiers

Slide 4 - Sleepvraag

01:57
Hoe noemt Jeanne d'Arc zichzelf bij de koning?
A
De verlosser van Parijs
B
De bevrijder van Orleans
C
De bevrijder van Marseilles
D
De heks van Salom

Slide 5 - Quizvraag

04:11
Waarom berecht de katholieke kerk haar tot ketter?
A
Ze zegt dat ze stemmen hoort die van god zijn.
B
Ze maakte medicijnen, waardoor ze dachten dat een heks was.
C
Ze gedroeg zich als een man door te vechten in het leger.
D
Geen van de bovenstaande antwoorden zijn goed.

Slide 6 - Quizvraag

4.1 De opkomst van steden.
Verstedelijking
Vanaf de 11e eeuw kwamen in Europa weer steden op.
--> landbouwstedelijke samenleving (agrarisch-urbane)
- Vervallen Romeinse steden groeiden weer op.
- Ontstaan nieuwe steden
Woningaantal : honderden of duizenden stedelingen, maar wel veel steden in West en Midden Europa (4000).

Oorzaken ontstaan steden:
- Einde invasies en plundertochten Vikings en andere invallers --> handel kon weer tot bloei komen.
- Landbouwoverschot door verbeteringen--> boeren verkochten overschot op de markt in de stad.
Markten werden georganiseerd om te kunnen handelen.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

4.1 De opkomst van steden.
Verstedelijking
Ondanks de hoge sterfte in de stad trokken er toch veel mensen daar naartoe. 
Steden waren aantrekkelijk;
- Welvaart en vrijheid. 'stadslucht maakt vrij'
- Door de grote bevolkingsgroei was er te weinig landbouwgrond voor iedereen. --> geluk beproeven in de stad.

Slide 9 - Tekstslide

4.1 De opkomst van steden.
Handel en nijverheid
Er werd in de steden niet alleen op de lokale markten gehandeld, er was ook handel over grote afstanden:​

Italiaanse kooplieden handelden in Aziatische specerijen: plantaardige smaakstoffen​.
laken, gemaakt van wol, was belangrijkste nijverheidsproduct in de Europese lange-afstandshandel​.
Handelaren gingen over waterwegen;
- Romeinse wegen waren slecht of weg.
- Er was geen overkoepelende machthebber die nieuwe wegen ging aanleggen.
 ​




Slide 10 - Tekstslide

4.1 De opkomst van steden.
Handel en nijverheid
Over bevaarbare waterwegen; steden, edelen en vorsten verdienden eraan door het heffen van tol: (belasting voor het gebruik van een weg, rivier of brug)​

Kooplieden uit verschillende steden vormden hanzen: (organisaties van samenwerkende handelaren)​.
- de handelsorganisatie huurde militairen in voor de veiligheid.
- afspraken met vorsten, edelen en steden (bijv. geen tol betalen).
Duitse hanze was de grootste handelsorganisatie (200 steden).






Kaart waarop alle Hanze-steden te zien zijn. De steden van de Hanze lagen vooral in Duitsland. Hier in Nederland waren onder andere de IJsselsteden Kampen en Deventer lid van de Hanze. 

Handelaren van Hanzesteden hadden allerlei voordeeltjes als ze handelden in elkaars steden. Ze betaalden bijvoorbeeld minder tol en belasting. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

4.1 De opkomst van steden.
De geldeconomie
In het dagelijks leven waren munten het belangrijkste betaalmiddel. ​
Vanuit Italië werden nieuwe handels- en betaalmethoden ontwikkeld:​
- er ontstonden compagnieën​.
- handelaren gebruikten een wisselbrief​
- er ontstonden banken waar handelaren geld uitleenden tegen rente​
muntgeld werd overbodig door de giro.
De opkomst van handel en ambacht die de basis legde voor het herleven van een agrarisch-urbane samenleving is een kenmerkend aspect van de tijd van steden en staten.

Slide 13 - Tekstslide

4.1 De opkomst van steden.
Aan de slag!
- Lees blz. 50- 51 en maak de opdr.
- Eindopdrachten via Teams.

Slide 14 - Tekstslide

- Leg uit met behulp van de afbeelding waarom Dordrecht juist
op die plaats is gesticht.
- Leg het verband uit tussen de activiteit op de voorgrond en het
KA: 'de opkomst van handel en ambacht en de herleving van de
landbouw-stedelijke samenleving'

Slide 15 - Open vraag

Na het jaar 1000 kwamen de steden weer terug.
- Op welke twee soorten plekken kwamen de steden weer terug?
- Leg uit waarom steden in de middeleeuwen vooral afhankelijk waren van hun directe omgeving.

Slide 16 - Open vraag

Rond het jaar 1000 groeiden de oogsten snel. Welke oorzaak had dat?
A
De boeren hadden geleerd het land te bemesten.
B
De boeren lieten hun kinderen meehelpen op het land.
C
Er kwamen steeds meer boeren, omdat de mensen in steden ook moesten eten
D
De boeren gebruikten betere werktuigen en wisten het land effectiever te bewerken

Slide 17 - Quizvraag

Leg uit wat het aantrekkelijk maakte voor mensen om naar de stad te trekken in de late middeleeuwen

Slide 18 - Open vraag

Leg uit hoe een bloeiende landbouw tot het ontstaan van steden leidde

Slide 19 - Open vraag