week9_2ha_herhaling grammatica

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

De naamvallen, wat is wat?
Onderwerp
Lijdend voorwerp

Meewerkend voorwerp (aan of voor )
1
3
4

Slide 3 - Sleepvraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Plaats de woorden in de juiste groep:
Der-Gruppe
Ein-Gruppe
dieses
welche
eure
jeder
deine
Ihre 
unser
keinen
die
alle

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Welke voorzetsel hoort niet bij de vierde naamval?
A
um
B
seit
C
mit
D
für

Slide 9 - Quizvraag

Welke voorzetsel hoort niet bij de vierde naamval?
A
durch
B
bei
C
gegen
D
ohne

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'voor hem' in het Duits?
A
für ihn
B
um dich
C
ohne Sie
D
für sie

Slide 12 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'tegen jou' in het Duits?
A
gegen dich
B
um dich
C
ohne du
D
für du

Slide 13 - Quizvraag

Persoonlijk voornaamwoord 4e naamval
Wat betekent 'door U' in het Duits?
A
durch Ihnen
B
durch Sie
C
durch sie
D
durch ihr

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide