In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
6.2 Transport en communicatie
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we doen vandaag
Introductie 6.2 Transport en communicatie (leg telefoon met scherm naar beneden op tafel)
Instructie 'expertgroepjes'
Expertgroepjes vormen en mini-presentaties doen
Nabespreken
Slide 2 - Tekstslide
Introductie 6.2 Transport en communicatie
G-B bouwde vanaf 1830 aan een uitgebreid spoornetwerk
Nederland begon in 1839 Spoorlijn tussen Haarlem en Amsterdam
1849 doorgetrokken tot Rotterdam en de lijn Amsterdam-Arnhem
Grote rivieren hadden spoorbruggen nodig, deze kwamen vanaf 1860
Slide 3 - Tekstslide
Controle + instructie 'expertgroepjes'
Expertmethode: je verdiepen in een stukje informatie en hierover presenteren
Je gaat per persoon in je groepje een tussenkopje met tekst lezen van 6.2.
De verdeling is alsvolgt:
Transport over land
Transport over water
Gevolgen
Nieuwe communicatiemiddelen
Je maakt eerst een samenvatting (max. 5 min)
Je bereidt vervolgens een mini-presentatie voor (max. 5 min) mindmap, poster, etc
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Presenteren!
De nummers 3 houden de tijd bij 2 tot 3 min per presentatie!
Je schrijft per presentatie mee in je schrift
Ik loop langs om te controleren
Veel plezier!
timer
3:00
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat was de oorzaak van de transportrevolutie in Groot-Brittanië?
A
De industrialisatie in de 19e eeuw.
B
De grootgrondbezitters die wegen gingen bouwen.
C
Adel die geld investeerde in uitvindingen.
D
Het Britse parlement investeerde niet in transport.
Slide 7 - Quizvraag
Welke uitvinding wordt als verklaring gegeven voor massale emigratie naar Noord- en Zuid-Amerika?
A
Houten stoomboten.
B
Stoomtreinen en spoorwegen.
C
Stoomboten van ijzer en staal.
D
De Spinning-Jenny.
Slide 8 - Quizvraag
Goedkope transportmogelijkheden waren niet voor iedereen voordelig. Wie werden er in Europa benadeeld?
A
De Europese autofabrikanten die in fabrieken werkten.
B
Europese fabrieksarbeiders werden werkloos.
C
Europese tuiniers werden benadeeld door goedkopere arbeiders uit Amerika.
D
Europese boeren werden werkloos door goedkoper Amerikaans graan.
Slide 9 - Quizvraag
Waarom zijn communicatieve uitvindingen erg belangrijk voor landen als Groot-Brittanië?
A
Doordat ze veel fabrieken hadden moest er veel gecommuniceerd worden.
B
Door de vele koloniën van Groot-Brittanië moest er veel informatie lang reizen. Nu niet meer.
C
Door de vele oorlogen die Groot-Brittanië voerde hadden ze snelle communicatie nodig.
D
Landen als Groot-Brittanië hadden alleen baad bij snel transport, niet aan betere communicatie.
Slide 10 - Quizvraag
Opdracht
TRANSPORT & COMMUNICATIE
Jullie gaan in groepjes van 4 een uitvinding bedenken op 1 v/d 2 gebieden. Ga met elkaar brainstormen wat wij tegenwoordig nog missen en ook nog niet hebben. Schrijf een plan en maak een tekening. Aan het eind van de les gaan we dit aan elkaar presenteren.