In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Oefenen AMV media
- Herhaling begrippen
- AMV nepnieuws maken
Slide 1 - Tekstslide
"Alle Colombianen zijn drugsdealers". Deze uitspraak is...
A
een vooroordeel
B
een stereotype
C
discriminatie
D
selectieve waarneming
Slide 2 - Quizvraag
Om objectief nieuws te brengen moet een journalist feiten en meningen scheiden. Welk ander criterium van objectiviteit (betrouwbaarheid) wordt hier uitgebeeld?
Slide 3 - Open vraag
Wanneer is iets nieuws?
Hoe komt de media aan nieuws?
Hoe zorg je voor betrouwbaar-
heid van het nieuws?
Actueel
persbericht
hoor en wederhoor
nabijheid
persbureaus
Scheiden feiten en meningen
Iemand interviewen
bijzonder
Bron checken
Interessant voor doelgroep
Slide 4 - Sleepvraag
0
Slide 5 - Video
Satire! Maar journalisten hebben kritiek geuit op de reis van de koning. Over welke mediafunctie gaat het?
A
Meningsvormende functie
B
Socialiserende functie
C
Informatiefunctie
D
Controlefunctie
Slide 6 - Quizvraag
Welke functie van massamedia herken je hier?
A
Informatieve functie
B
Socialiserende functie
C
Opiniërende functie
D
Amusementsfunctie
Slide 7 - Quizvraag
Door de media te volgen kun je je eigen mening vormen over maatschappelijke kwesties.
A
informatieve functie
B
educatieve functie
C
opiniërende functie
D
amuserende functie
Slide 8 - Quizvraag
Vraag op de volgende slide
Slide 9 - Tekstslide
Welke beïnvloedingstheorie over de media past hierbij?
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Framingtheorie
Slide 10 - Quizvraag
Vraag op de volgende slide
Slide 11 - Tekstslide
Met welke beïnvloedingstheorie over de media gaat deze afbeelding vooral?
A
Injectienaaldtheorie
B
Agendatheorie
C
Theorie van de selectieve perceptie
D
Framingtheorie
Slide 12 - Quizvraag
Vraag op de volgende slide
Slide 13 - Tekstslide
Welke functie van de media is vooral in de voorgaande cartoon te herkennen?
A
meningsvormende functie
B
amusementsfunctie
C
informatiefunctie
D
socialiserende functie
Slide 14 - Quizvraag
Vraag op de volgende slide
Slide 15 - Tekstslide
Welke invalshoek staat in de vorige afbeelding vooral centraal?
Slide 16 - Open vraag
Wat is selectieve waarneming?
A
Het bewust of onbewust alleen waarnemen van informatie die past bij je interesses en overtuigingen
B
Het bewust of onbewust alleen waarnemen van informatie die tegen je interesses en overtuigingen ingaat
C
Het selecteren van een bepaalde groep mensen om informatie aan te verstrekken
D
Het selecteren van een bepaald type informatie om te delen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een van de uitgangspunten van het overheidsbeleid met betrekking tot media?
A
Financiële steun stopzetten
B
Persvrijheid beperken
C
Pluriformiteit behouden
D
Censuur toepassen
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het doel van financiële steun van de overheid aan media?
A
Het controleren van de media
B
Het bevoordelen van bepaalde politieke partijen
C
Het stimuleren van onafhankelijke en kwalitatief hoogwaardige journalistiek
D
Het beperken van de pluriformiteit
Slide 19 - Quizvraag
Bij welke theorie passen deze uitspraken het beste?
A
De injectienaald theorie
B
De framingtheorie
C
De theorie van de selectieve perceptie
D
De agendatheorie
Slide 20 - Quizvraag
'Scheiden van feiten en meningen' betekent dat een journalist...: