Blok 5.2 B Grammatica 5.5 Bijv.NW

Blok 5 Grammatica

  • Pak je laptop
  •  werk stil aan:
  • - learnbeat 5.2 B en D of
  • werk stil aan je Numo-taken
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Blok 5 Grammatica

  • Pak je laptop
  •  werk stil aan:
  • - learnbeat 5.2 B en D of
  • werk stil aan je Numo-taken

Slide 1 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

5.2 B Woordsoortbenoeming - Bijvoeglijk naamwoord

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je allemaal nog over zelfstandige naamwoorden?

Slide 3 - Open vraag

Even herhalen - zelfstandig naamwoord (znw)
  • Mens, dieren en  planten
  • Dingen die je kan zien                (stoel, deur, zon, auto)
  • Dingen die je niet kan zien       (geloof, hoop, liefde)
  • Je kan er 'de, 'het' of 'een'  voor zetten
  • Je kan er een verkleinwoord of meervoud van maken
      (hek - hekje- hekken)
  • Eigen namen (Johan, Utrecht, december, Noordzee) ​

Slide 4 - Tekstslide

Uitleg woordsoortbenoeming -
bijvoeglijk naamwoord (bnw)
  • Je kunt zinsdelen aanvullen door kenmerken of eigenschappen van de zelfstandige naamwoorden toe te voegen.
  • De jongen | draagt | vandaag | op straat | een jas.
  • De lange jongen | draagt | vandaag | op straat | een blauwe jas.
     In deze zin zegt lange iets over de jongen ( de jongen is lang)
     en blauwe zegt iets over de jas (de jas is blauw).
  • Je noemt de woorden lange en blauwe bijvoeglijke naamwoorden (bnw).  


Slide 5 - Tekstslide

Even oefenen
Zoek in de volgende zinnen het bijvoeglijk naamwoord (bnw)  en het zelfstandig naamwoord (znw)

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord (znw) in de zin:

Ik heb de nieuwe auto toch niet gekocht.

Slide 7 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord (znw) in de zin:

Hij heeft een geweldige goal gemaakt

Slide 8 - Open vraag

Wat is het bijvoeglijk naamwoord (bnw) en het zelfstandig naamwoord (znw) in de zin:

Hij kocht een zeldzaam schilderij.

Slide 9 - Open vraag

Tip bij het zoeken van bijvoeglijk naamwoord (bnw)
  • Het bijvoeglijk naamwoord (bnw)  staat bijna altijd voor het
      zelfstandig naamwoord (znw)
  •  Je kunt het controleren door:
       De oude man - de man is oud
       het zeldzame schilderij - het schilderij is zeldzaam

Slide 10 - Tekstslide

Einde van de uitleg.
Maak nu in Learnbeat 5.2 B en C

Slide 11 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

  • Pak je laptop
  • werk stil aan je Numo-taken

Slide 12 - Tekstslide

Blok 5 Fictie

  • Je krijgt een 'leesmapje'
  • Hierin staan verschillende teksten.
  • Vier van deze teksten krijg je ook tijdens de begrijpend lezen toets 
  • Zorg dat je dit mapje elke les NL bij je hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Spanning
Veel mensen houden van spannende films, games of verhalen. Maar wat is spanning? Wat maakt een verhaal spannend?
  • De hoofdpersoon is in gevaar.
    Jij wilt graag weten hoe het verder gaat met hem of met haar en dus lees of kijk je verder.
  • Het verhaal speelt zich af op een bijzondere of enge plek.
    Bijvoorbeeld in een dichtbegroeid bos, in een leegstaand gebouw of in een donkere trein.
  • Er is een raadsel of een geheim.
    Je bent benieuwd naar de oplossing en dus lees je door of kijk je verder.
  • Uitstel.
    De schrijver laat je wachten voordat je ontdekt hoe het zit.

Slide 14 - Tekstslide

Je hebt vier manieren gezien om een verhaal spannend te maken. Welke van die manieren zijn gebruikt in ‘Het comavirus’?
A
gevaar
B
bijzondere plek
C
raadsel
D
uitstel

Slide 15 - Quizvraag

Zefstandig werken
Maak nu in learnbeat 5.1 A Fictie lekker lezen
Lezen eerst het verhaal af en maak dan de vragen.

Slide 16 - Tekstslide

Blok 5 Grammatica

5.2 B Woordsoortbenoeming - Bijvoeglijk naamwoord

Slide 17 - Tekstslide