Noteer van de onderstaande woorden de meervoudsvorm.
- boerderijen
- paleis
- brief
* Noteer daarna wat je opvalt aan de spelling van de meervoudsvormen.
timer
5:00
SPELLING
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lees de theorie op blz. 220 of 228.
Log alvast in op LessonUp
<- Maak de startopdracht (vraagteken).
Klaar? verder in je leesboek!
§4 Meervouden
Voordat we beginnen:
WELKOM
Noteer van de onderstaande woorden de meervoudsvorm.
- boerderijen
- paleis
- brief
* Noteer daarna wat je opvalt aan de spelling van de meervoudsvormen.
timer
5:00
SPELLING
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt meervouden op -s en -en spellen.
Je kunt uitleggen waarom je meervouden op een bepaalde manier spelt.
Lesdoelen
Slide 2 - Tekstslide
1.Verder met cursus 7: Spelling.
2.De startopdracht bespreken.
3. Uitleg paragraaf 3.
4. Opdrachten maken en tussenstand doornemen.
5.Terugblikken en afronden.
Wat gaan wevandaag doen?
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Meervouden
Als er van iets één is, noem je dat enkelvoud. Als er van iets meer dan één is, noem je dat meervoud.
Zo maak je een meervoud:
Je maakt van een zelfstandig naamwoord meestal een meervoud door -en of -s achter het woord te zetten: vriend → vrienden; schrift → schriften; kerel → kerels; wielrenner → wielrenners.
Slide 5 - Tekstslide
Let op!
Soms moet je daarnaast nog:
Een -f- in een -v- veranderen (de f/v-regel): brief → brieven; hof → hoven.
Een -s- in een -z- veranderen (de s/z-regel): gans → ganzen; paleis → paleizen.
De laatste letter (medeklinker) verdubbelen: jas → jassen; pit → pitten.
Een a, e, o of u (klinker) weghalen: muur → muren; heer → heren.
Gebruik bij twijfel een (online) woordenboek of woordenlijst.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.