les 2 vragen stelen en feedback

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

communiceren betekent dat je alleen informatie uitwisselt.

Slide 2 - Poll

nee ook contact maken is daar onderdeel van
Wat voor soort ruis kennen we tijdens de communicatie?

Slide 3 - Open vraag

interne en externe ruis
aandachtpunten
communicatie

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van gedrag?
A
Wanneer je iets kunt zien
B
Wanneer je het kunt waarnemen
C
Wanneer je het kunt ruiken
D
Wanneer je het voelt

Slide 5 - Quizvraag

Gedrag is alles wat iemand zegt, doet of laat.

Communiceren in gedrag
Gedrag bestaat uit alles wat een zorgvrager zegt en wat hij doet (of juist niet doet). Het is dus zowel verbale als non-verbale communicatie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

wat weet je over vragen stellen?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Open vragen geven iemand alle ruimte om uitgebreide antwoorden te geven. Je stelt open vragen als je wilt dat iemand uit zichzelf meer vertelt.
Gesloten vragen nodigen niet uit tot het geven van uitgebreide antwoorden. Deze vragen stel je als een eenvoudig ‘ja’ of ‘nee’ of een kort antwoord van de ander voldoende is om de informatie te krijgen die je graag wilt hebben.
Suggestieve vragen gaan namelijk al uit van een bepaald antwoord. Een voorbeeld is: ‘Bent u niet uitgeslapen?’
e stelt suggestieve vragen als je een vooronderstelling hebt over het antwoord. De ander wordt door de vraag in een bepaalde richting gestuurd. Je geeft in de vraag zelf namelijk al een suggestie.
Wat zijn open vragen?
A
Vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.
B
Beginnen vaak met wat, waarom, wie, welke of wanneer.
C
Zijn bedoeld als openingszin.
D
Geven beperkt ruimte om te antwoorden

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gesloten vragen worden gebruikt om...
A
te checken of iets klopt.
B
meer informatie te krijgen.
C
kunnen niet worden beantwoord met ja of nee

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

schrijf eens een open vraag op?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

doorvragen is soms moeilijk. Je kunt denken dat de zorgvrager je lastig vindt. Laat dat je niet weerhouden.
 Doorvragen kan de zorgrelatie namelijk juist verbeteren. Je laat de zorgvrager merken dat je geïnteresseerd bent in hen en dat je hem graag goed wilt begrijpen.

Doorvragen is...
A
om te reflecteren op een situatie
B
om iemand te sturen in zijn/haar antwoord
C
altijd met ja of nee te beantwoorden.
D
om helder te krijgen wat iemand bedoeld

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Concretiseren is een vorm van doorvragen. Om duidelijkheid te krijgen en misverstanden te voorkomen moet je ingaan op vage uitspraken van zorgvragers en doorvragen tot je duidelijke informatie hebt. Deze woorden kun je concreter maken door bijvoorbeeld te vragen: ‘Wat?’, ‘Wie?’ en ‘Wanneer?’
Om te concretiseren verwijs je naar de uiting van de zorgvrager waarover je duidelijkheid wilt hebben. Deze uiting kan verbaal of non-verbaal zijn. Zo dwing je jezelf ertoe om uit te gaan van daadwerkelijke uitingen van een persoon
Wat is parafraseren?
A
Een conclusie trekken uit wat iemand heeft gezegd
B
In eigen woorden vertellen wat een ander heeft gezegd
C
Iemand een wedervraag stellen
D
Het corrigeren van een uitspraak.

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

een compliment gevenIn deze ronde gaan de tweetallen elkaar complimenten geven. Een hulpmiddel is om het compliment te beginnen met:
• Jij bent goed in
• X lijkt jou makkelijk te lukken
• Waar ik van kan genieten is
• Belangrijk: Niet over uiterlijk maar over het gedrag van de ander
Belangrijk: Docent vraag aan een aantal studenten welk complimenten hebben jullie ontvangen? Wat voor gevoel krijg je hiervan/ wat vind je ervan dat je dit compliment kreeg?

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies