Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
3.7 grammatica
Grammatica 3.7
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!
1 / 29
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
In deze les zitten
29 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Grammatica 3.7
Welkom in deze (digitale) les
Fijn dat je er bent!
Slide 1 - Tekstslide
3.7 Grammatica
"Taalvoutje"
Slide 2 - Tekstslide
Doel:
In deze paragraaf leer ik:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden.
Ik weet wat splitsbare werkwoorden zijn.
Ik kan het onderwerp vinden.
Ik kan het lijdend voorwerp vinden.
Ik laat zien dat ik dat doel bereikt hebt door:
De opdrachten bij bij 3.7 te maken en door de test jezelf goed te maken. We sluiten dit af met een toets voor een cijfer.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe zat het ook alweer?
Slide 4 - Tekstslide
Wat zijn ook alweer zinsdelen? (zinsdeelstrepen)
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
Hoe vind je de
persoonsvorm in de zin?
Slide 7 - Woordweb
Persoonsvorm
- als je de zin vragend maakt, komt de persoonsvorm vooraan
- de persoonsvorm is altijd maar 1 werkwoord
- als je de zin in een andere tijd zet, verandert de persoonsvorm van klank
(- je kunt de aantallen in de zin veranderen)
Slide 8 - Tekstslide
Wat is de persoonsvorm in de volgende zin?
Morgen ga ik naar een nieuwe school.
A
morgen
B
ga
C
ik
D
school
Slide 9 - Quizvraag
Wat is de persoonsvorm in deze zin?
Wanneer ga je die toets inhalen?
A
wanneer
B
ga
C
je
D
inhalen
Slide 10 - Quizvraag
in de volgende les gaan we verder
Je maakt nu opdracht
Slide 11 - Tekstslide
Hoe vind je het werkwoordelijk gezegde?
Slide 12 - Open vraag
Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde = alle ww in de zin. (Dus de persoonsvorm en de andere werkwoorden)
Jantje heeft een fiets gestolen.
wg: heeft gestolen
Slide 13 - Tekstslide
Een splitsbaar werkwoord
Een splitsbaar werkwoord is een werkwoord dat je kunt delen
Jantje slaapt tot twaalf uur uit
werkwoord: uitslapen
pv: slaapt uit
Slide 14 - Tekstslide
nog een paar voorbeelden
Ik
bel
mijn vriendin
op
. (opbellen)
Morgen
neem
ik een medicijn
in
.(innemen)
Teken
dat figuur maar even na.(natekenen)
Dat glas
spoel
je eerst even
om
voordat je het gebruikt.(omspoelen)
Vanavond
zet
ik de televisie
aan
.(aanzetten)
De dikgedrukte woorden zijn
splitsbare werkwoorden
Slide 15 - Tekstslide
Infinitief
Het hele werkwoord noem je ook wel '
infinitief
'.
Je vindt de infinitief door 'wij' voor het werkwoord te zetten.
wij lopen
wij fietsen
Slide 16 - Tekstslide
Wat is hier het werkwoordelijk gezegde?
De politiemannen grijpen in.
De politiemannen hebben ingegrepen.
Mijn ouders nemen de film op.
Mijn ouders hebben de film opgenomen.
De kinderen stappen de bus in. De kinderen zijn de bus ingestapt.
Mijn zus leest een boek voor.
Mijn zus heeft een boek voorgelezen.
Slide 17 - Tekstslide
Samengevat:
Een werkwoord kan splitsbaar zijn (bijvoorbeeld opstaan, uitslapen)
Een heel werkwoord heet ook infinitief.
Deze vind je door 'wij' ervoor te zetten.
Jantje loopt.
wij
lopen
Slide 18 - Tekstslide
Als je de PV gevonden hebt,
hoe vind je dan
het onderwerp?
Slide 19 - Woordweb
Het onderwerp
Het onderwerp van de zin vind je door de volgende vraag te stellen:
wie-wat + pv
Bij: 'Jantje loopt op straat' vraag je dus:
Wie loopt? Jantje
of
Je verandert het aantal: Het meisje fietst naar school
De meisjes fietsen naar school.
Slide 20 - Tekstslide
Wat is in deze zin het onderwerp?
De lange jongen kuste het kleine meisje.
A
kuste
B
de lange jongen
C
het kleine meisje
D
weet ik niet
Slide 21 - Quizvraag
Wat is in deze zin het onderwerp?
Gisteren heeft mijn hond mijn huiswerk opgegeten.
A
gisteren
B
heeft
C
mijn hond
D
mijn huiswerk
Slide 22 - Quizvraag
Hoe vind je het lijdend voorwerp?
Slide 23 - Open vraag
Lijdend voorwerp
Wie/wat + pv + O
Jantje heeft Pietje geslagen.
pv:
wg:
O:
LV:
Slide 24 - Tekstslide
Jantje geeft bloemen aan zijn moeder.
wat is de pv, het wwg, het ond, het lv?
Slide 25 - Open vraag
De conducteur knipt de kaartjes.
wat is de pv, het wwg, het ond, het lv?
Slide 26 - Open vraag
De jongen aaide het hondje.
wat is de pv, het wwg, het ond, het lv?
Slide 27 - Open vraag
Doel:
In deze paragraaf leer ik:
Ik kan het werkwoordelijk gezegde vinden.
Ik weet wat splitsbare werkwoorden zijn.
Ik kan het onderwerp vinden.
Ik kan het lijdend voorwerp vinden.
Ik laat zien dat ik dat doel bereikt hebt door:
De opdrachten bij 3.7 te maken en door de test jezelf goed te maken. We sluiten dit af met een toets voor een cijfer.
Slide 28 - Tekstslide
Je oefent je doelen door te maken:
3.7 grammatica:
opdracht 1,2,3,4,5,8,10,11,12,13,14,15,18,19,22,23,
test jezelf maken we een keer in de les
tussentijds toetsje in lesson up.
Slide 29 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.7 grammatica
Maart 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Februari 2022
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Juli 2022
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Januari 2024
- Les met
37 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Juni 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Januari 2020
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
3.7 grammatica
Oktober 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Thema 6: hoofdvormen werkwoorden en meewerkend voorwerp.
Mei 2022
- Les met
44 slides
Taal
Primary Education