Je kunt uitleggen: - MO > MK dan is het winstgevend. - MO < MK dan is het verliesgevend. - MK en GVK relatie en koppelen aan begrippen degressie, progressie en proportioneel.
Van een bedrijf zijn de constante kosten € 13.500, de variabele kosten per product € 14 en de verkoopprijs is € 27,50. Bereken de break-even omzet en de break-even afzet, welke antwoord(en) is/zijn juist?
p x q = 27,50 x 1.000 = eur 27.500 (break even omzet)
Slide 12 - Tekstslide
MK is?
A
de extra opbrengst die je maakt als je één product meer verkoopt
B
de extra opbrengst die je maakt als je géén product meer verkoopt
C
de extra kosten die er bijkomen als je géén product meer produceert
D
de extra kosten die er bijkomen als je één product meer produceert
Slide 13 - Quizvraag
Wat bereken je met MO=MK
A
De hoeveelheid producten voor maximale winst
B
De prijs (P) waarbij de winst maximaal is
C
Hoe groot je winst is.
D
De prijs (P) waar je geen winst en geen verlies maakt
Slide 14 - Quizvraag
Als MO>MK, dan
A
zal TW toenemen
B
zal TW afnemen
C
zal TW gelijk blijven
Slide 15 - Quizvraag
Marginale kosten (MK)
MK kunnen dalen, waarom? Efficiënter produceren & goedkoper inkoop (kwantumkorting) MK kunnen stijgen, waarom? Extra dure werknemers, ineffiënter werken, extra kosten door nieuwe apparatuur.
Slide 16 - Tekstslide
Invloed van MK op GVK
Slide 17 - Tekstslide
Verloop GVK
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Aan de slag
Wat? - Aan de slag met 1.1 t/m 1.41. Belangrijk het te maken! CE- examenstof
Hoelang? Tot 10:05
Hoe? Je mag met elkaar overleggen op een rustig praatniveau.
Huiswerk? 1.1 t/m 1.41
Slide 20 - Tekstslide
Afsluiting
Je kunt uitleggen:
- MO > MK dan is het winstgevend.
- MO < MK dan is het verliesgevend.
- MK en GVK relatie en koppelen aan begrippen degressie, progressie en proportioneel.