Jorans ouders hebben een luxe auto, maar hij alleen een oude fiets.
A
grammaticale functie
B
getal
C
betekenis
Slide 18 - Quizvraag
Formuleren op zinsniveau
4. Onnodig lijdende vorm
Slide 19 - Tekstslide
Lijdende vorm
Een lijdende vorm is van zichzelf niet fout.
nadruk op andere zinsdelen
onderwerp ‘verdoezelen’
formeler
Maar let op:
niet té veel zinnen in de lijdende vorm achter elkaar -> SAAI!!!
niet onnodige zinnen in de lijdende vorm -> SAAI!!!
gevaar voor incongruentie doordat zinnen te lang worden.
Slide 20 - Tekstslide
Formuleren op zinsniveau
5. Onjuist verwijswoord
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Tekstslide
Daar loopt het meisje .............. ik mijn boek uitgeleend heb.
A
waaraan
B
aan wie
Slide 23 - Quizvraag
Het schilderij wat ik het mooiste vind, heb ik gekocht.
A
goed
B
fout
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
..............hebben alles goed gemaakt
A
Hun
B
Hen
C
Zij
Slide 27 - Quizvraag
We hebben het ......... al verteld.
A
hun
B
hen
Slide 28 - Quizvraag
Formuleren op zinsniveau
6. Onjuiste inversie
Slide 29 - Tekstslide
Stappenplan inversie
1. Kijk of je te maken hebt met hoofdzin+hoofdzin (nevenschikkend) of hoofdzin+bijzin (onderschikkend). Hoofdzin+hoofdzin herken je aan de voegwoorden: en, maar, dus, of, want.
2. Hoofdzinnen hebben altijd de volgorde onderwerp-persoonsvorm. Controleer of dit klopt, indien je te maken hebt met twee hoofdzinnen.
3. Verbeter de zin indien nodig: draai persoonsvorm-onderwerp om.
Slide 30 - Tekstslide
Wat staat hier? "Gistermiddag was ik in de supermarkt en was ik 's avonds weer thuis."
A
gistermiddag was ik thuis
B
gistermiddag was ik 's avonds thuis
C
's avonds was ik in de supermarkt en thuis
D
's avonds was ik thuis
Slide 31 - Quizvraag
Formuleren op zinsniveau
7. Geen symmetrie en onjuiste begrenzing
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
Zinnen fout begrenzen
Een (bij)zin die zinsdeel is in een samengestelde zin, wordt als losse zin gepresenteerd (losstaand zinsdeel).
Twee hoofdzinnen worden ten onrechte 'aan elkaar geplakt', soms gescheiden door komma's (zinnen ten onrechte samenvoegen).
Slide 34 - Tekstslide
Als je topsporter wilt worden, zijn doorzetten, talent, goede begeleiding en dat je ouders je steunen belangrijk.
A
Wel symmetrie
B
Geen symmetrie
Slide 35 - Quizvraag
Welke symmetriefout? "Om de zandzakken te plaatsen, werden vrijwilligers en het leger ingezet."
A
woordgroep naast beknopte bijzin
B
bijzin naast bijzin
C
niet hetzelfde getal
Slide 36 - Quizvraag
Darten dwingt je goed je verstand te gebruiken en goed te reageren
A
goed
B
twee bijzinnen
C
beknopte bijzin naast woordgroep
Slide 37 - Quizvraag
Slide 38 - Tekstslide
Foutieve samentrekking of niet?
Mireille heeft haar vriendin gefeliciteerd en ook een cadeau gegeven.