Les 12, bezit. vnw. + herhalen 2vwo

Ga snel zitten, dan kunnen we het SO bespreken.
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Ga snel zitten, dan kunnen we het SO bespreken.

Slide 1 - Tekstslide

Opmerkingen n.a.v. het SO:
Let hier goed op bij de toets van volgende week dinsdag!

Slide 2 - Tekstslide

Passé composé bestaat altijd uit twee delen!!

Vorm van avoir + voltooid deelwoord 
J'ai dansé / Tu as travaillé / Nous avons fait 

Slide 3 - Tekstslide

Leer de 3 onregelmatige vormen van de passé composé!

- faire --> fait (j'ai fait) = ik heb gemaakt
- être --> été (j'ai été)  = ik ben geweest
- avoir --> eu (j'ai eu) = ik heb gehad
Wordt ook op de repetitie gevraagd

Slide 4 - Tekstslide

Denk aan hoofdletters, punten en vraagtekens. Ik heb het nu niet fout gerekend, maar op de repetitie reken ik het fout.


Twijfel ik of het een hoofdletter is of niet, dan reken ik het fout!! Laat een duidelijk verschil zien tussen kleine letter en grote letter.

Slide 5 - Tekstslide

Le programme:
- Est-ce que tout le monde est présent? 
- Bezittelijk voornaamwoord (grammaire H)
- Oefenen met het bezittelijk voornaamwoord

Slide 6 - Tekstslide

Est-ce que tout le monde est présent?
- Zijn we compleet? Wie missen we?

Slide 7 - Tekstslide

Ouvre ton livre à la page quarante-six
We bestuderen samen grammaire H

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Aantekening
Schrijf het schema uit de video over het bezittelijk voornaamwoord over in je schrift

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Stappenplan voor het bezittelijk voornaamwoord:
Stap 1: Vertaal het zelfstandig naamwoord naar het Frans indien nodig
Stap 2: Is het meervoud?
Stap 3: Begint het zelfstandig naamwoord met een klinker of stomme 'h'?
Stap 4: Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?




LET OP! In het Nederlands kijken we naar de bezitter, maar in het Frans kijken we naar het zelfstandig naamwoord.
Bijvoorbeeld: zijn huis = sa maison (want maison is vrouwelijk dus gebruik je ‘sa’)

Komt ook in studiewijzer

Slide 13 - Tekstslide

Even oefenen...
Koppel je laptop met de LessonUp

Slide 14 - Tekstslide

Welke drie vormen van het bezittelijk voornaamwoord heb je voor 'jouw'?
A
Mon ma mes
B
Son sa ses
C
Ton ta tes
D
Leur, leur, leurs

Slide 15 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Mon / Ma / Mes père aime les fleurs.
A
Mon père
B
Ma père
C
Mes père

Slide 16 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Ils jouent dans leur/ leurs jardin.
A
leur
B
leurs

Slide 17 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijke voornaamwoord:
Anna lit son / sa / ses livre (m ev).
A
son livre
B
sa livre
C
ses livre

Slide 18 - Quizvraag

Vul het ontbrekende woord in:
On est en vacances avec (onze) ...... chien Youpi
A
notre
B
nos

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal:
mijn zus

Slide 20 - Open vraag

Vertaal:
haar cadeau

Slide 21 - Open vraag

Vertaal:
jullie auto's

Slide 22 - Open vraag

Zijn er nog vragen over het bezittelijk voornaamwoord?

Slide 23 - Tekstslide

Klassikaal aan het werk:
Wat? Exercice 30E (blz. 47)

Slide 24 - Tekstslide

Ga nu zelf aan het werk:
Wat? Maak exercice 31AB en 33B (vergelijkbare opdracht op proefwerk)
Op welke manier? Je maakt de opdrachten alleen in stilte. 
Klaar?  Maak exercice 31D. Ga daarna leren voor de repetitie --> Slim Stampen / grammatica leren en oefenen / leren uit het boek
Hulp? Ik loop langs voor vragen. Steek gerust je vinger op.
Uitkomst? Morgen bespreken we de opdrachten. Opdrachten niet af = huiswerk
Tijd? Tot het einde van de les

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk voor morgen:
- Afmaken exercice 30E, 31AB en 33B
- Leren voor de repetitie (leerstof zie Magister)

Slide 26 - Tekstslide