les 3

LES #3
Herhaling
Stencil opdracht maken + bespreken 
-pauze- 
Lezen 1.2 +  uitleg (interactief)
Huiswerk

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

LES #3
Herhaling
Stencil opdracht maken + bespreken 
-pauze- 
Lezen 1.2 +  uitleg (interactief)
Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling
Even kijken wat je nog weet van de vorige les

Slide 2 - Tekstslide

In Nederland zijn steeds minder boeren
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Welk landbouwproduct wordt het meest geëxporteerd?
A
Vlees
B
Bloembollen
C
Graan
D
Fruit

Slide 4 - Quizvraag

Welk begrip hoort er bij de afbeelding?
A
Schaalvergroting
B
Mechanisatie
C
Seizoensarbeid
D
Zuivel

Slide 5 - Quizvraag

AFSLUITING PARAGRAAF
Vul de ontbrekende woorden in de tekst op je stencil in. 
Probeer dit eerst zonder boek, kijk wat je al weet
Daarna met boek (1.1) de woorden die je niet weet 
Tip: schrijf met potlood (antwoord fout = gummen en verbeteren)

Bewaar het stencil in je schrift = leren voor je SO 

zelfstandig werken = helemaal stil 
klaar? = even wachten tot we het gaan bespreken
timer
15:00

Slide 6 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 7 - Tekstslide

STIL LEZEN 

Lees nu zelf in stilte paragraaf 1.2
Hier over krijg je straks vragen 


timer
8:00

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Hoe ziet de Nederlandse industrie eruit?
Alle activiteiten waarbij de mensen grondstoffen bewerkt om producten van te maken. (Vaak in Fabrieken)

Slide 10 - Tekstslide

Om producten te maken heb je grondstoffen nodig 
Sommige grondstoffen kun je niet goed bewaren of vervoeren. 
Industrieën/Fabrieken verplaatsen zich bij die grondstoffen. 

Zo gunstig mogelijk. 
Vestigingplaatsfactoren 

Slide 11 - Tekstslide

Massagoed
goederen die los in het ruim van een vervoersmiddel worden gestort

                               -waarom? Dit is goedkoper

Slide 12 - Tekstslide

Stukgoed 
apart verpakte goederen die in grote hoeveelheden meestal in containers worden vervoerd



dit zijn kant-en-klare producten.
vervoer hiervan is duurder dan massagoed

Slide 13 - Tekstslide

Massagoederen
Stukgoederen

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een voorbeeld van massagoed?
A
Zand, Graan, Olie
B
Zand, Graan, Papier
C
Papier, Rollen staal

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van stukgoed?
A
Grind
B
Olie
C
Auto's

Slide 16 - Quizvraag

massagoederen 
stukgoederen 

Slide 17 - Sleepvraag

Massagoed
Stukgoed
Aardolie
IJzererts
Televisies
Schoenen
Steenkool
Lampen
Laptops

Slide 18 - Sleepvraag

Fabrieken hebben mensen nodig. 

 
Machines besturen is vaak gemakkelijk werk voor een laag loon
Fabrieken staan dus vaak in steden 
Er ontstaan arbeiders wijken. 
Vervoeren van producten overzee wordt steeds goedkoper 
Fabrieken zoeken gebieden met veel laaggeschoolde mensen. Nu verplaatst naar lagere lonen landen
arbeidsmarkt

Slide 19 - Tekstslide

Van stad naar agglomeratie.....
Ook bedrijven vestigen zich dicht bij elkaar in de buurt om samen te werken

Slide 20 - Tekstslide

Wat zijn Multinationals ?
A
Dat zijn voetbal bedrijven
B
Dat zijn bedrijven in het buitenland
C
Dat zijn bedrijven met vestigingen in vele landen
D
Dat zijn bedrijven in Nederland

Slide 21 - Quizvraag

ZELFSTANDIG WERKEN
maken opdrachten 1 t/m 5 van 1.2



Slide 22 - Tekstslide