In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Formuleren
Taalverzorging
Paragraaf 4.3 en 4.4
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Instructie paragraaf 4.3 en paragraaf 4.4
Aan de slag!
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Het kistje, ... daar staat, is een erfstuk van mijn opa. die of dat?
timer
0:30
Slide 9 - Open vraag
Er is niets .... ik niet weet. dat/wat?
timer
0:30
Slide 10 - Open vraag
De klasgenoten ..... ik heb gepraat, zijn als klaar. waarmee/met wie
timer
0:30
Slide 11 - Open vraag
De docent heeft ... een mooi cijfer gegeven.
timer
0:20
A
hun
B
hen
Slide 12 - Quizvraag
De stagebegeleider heeft ... een e-mail gestuurd
timer
0:20
A
hun
B
hen
Slide 13 - Quizvraag
De kleinste kinderen zijn blij dat Sinterklaas weer in het land is. ... zetten massaal hun schoen. zij/hun
timer
0:20
A
zij
B
hun
Slide 14 - Quizvraag
De werkplaatschef heeft .... geïnstrueerd.
timer
0:20
A
hun
B
hen
Slide 15 - Quizvraag
De werkplaatschef heeft ... uitleg gegeven.
timer
0:20
A
hen
B
hun
Slide 16 - Quizvraag
De vakdocent had die uitleg al eerder aan ... gegeven.
timer
0:20
A
hen
B
hun
Slide 17 - Quizvraag
Aan de slag
Maak paragraaf 4.3
2F - Opdracht 1 t/m 9
3F - Opdracht 1, 2, 3, 5, 6
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Congruentie: het met elkaar in overeenstemming zijn
Slide 20 - Tekstslide
Staat er in deze zin een congruentiefout? Tijdens de survivaltocht in de Ardennen waren, zonder dat iemand het doorhad, een groep jongeren verdwaald in de bossen.
timer
0:20
A
ja
B
nee
Slide 21 - Quizvraag
Staat er in deze zin een congruentiefout? Het aantal werknemers van 65 jaar of ouder op het moment van pensionering, zijn de laatste vijftien jaar verdubbeld.
timer
0:20
A
ja
B
nee
Slide 22 - Quizvraag
Tips om duidelijk te formuleren
1 - Vervang moeilijke woorden 2 - Vervang vaktermen 3 - Maak de zin korter 4 - Formuleer positief 5 - Gebruik geen afkortingen