Het stadse leven

Het stadse leven


7.3
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het stadse leven


7.3

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een koopman en een boer?

Slide 3 - Open vraag

Wat weet je al van een middeleeuwse stad?

Slide 4 - Woordweb

Dit gaan we leren:
Leerdoelen:
- De leerling kan uitleggen hoe het bestuur in een middeleeuwse stad geregeld is.
- De leerling kan het verschil tussen kooplieden en ambachtslieden benoemen.
- De leerling kan uitleggen wat een gilde is.
- De leerling kan het verschil tussen een boer en een koopman benoemen.
- De leerling kan 3 begrippen benoemen en uitleggen uit deze paragraaf.

Slide 5 - Tekstslide

Bestuur stad
  • Schepenen (vergelijkbaar met wethouders) besturen stad.
  • Schepenen maakten de wetten/regels voor een stad.
  • In een schepenbank werd iemand berecht.
  • Het stadsbestuur zorgde dus voor de veiligheid en welvaart.
  • Schout: gerechtsofficier in een lokale gemeenschap

Slide 6 - Tekstslide

Leven in een stad

Wat zijn voordelen van het leven in een stad?
Wat zijn nadelen van het leven in een stad?

Slide 7 - Tekstslide

Het leven in de stad

  • Gildes
  • De kerk 
  • Het stadsbestuur

Slide 8 - Tekstslide

Leven in de stad
- Sociale lagen
- Leerling - gezel - 
meester

Slide 9 - Tekstslide

Gilde
Gilde: Vereniging van ambachten
Ambachten: werk waarbij je iets met je handen maakt.
Mensen met hetzelfde beroep waren lid van hun eigen Gilde

Voorbeelden Gilde:
  • Schoenmaker en meubelmaker
  • Slager en bakker

Slide 10 - Tekstslide

Voordelen van een gilde...
  1. Zorgde voor de opleiding van nieuwe gildeleden.
  2. Controleerde de kwaliteit van producten.
  3. Stelde de prijs van producten vast. 
  4. Als je ziek werd, kreeg je gezin hulp van het gilde.
  5. Als een lid overleed dan kreeg het gezin hulp van het gilde.
kwaliteit
Dat het product goed is. Dat je geen slechte producten verkoopt. 
overlijden
Dat iemand dood gaat.

Slide 11 - Tekstslide

spionage opdracht
stap 1: maak een mindmap over het stadse leven met tekeningen en begrippen 
stap 2: jullie hebben 5 min om zoveel mogelijk dingen in jullie mindmap te zetten
stap 3: 1 persoon mag 1 min lang spioneren bij een ander groepje
stap 4: als groepje 2 min de tijd om alle gestolen ideeën in je mindmap te zetten 
stap 5: stap 3 en 4 doen we hierna nog 2 of 3 keer
stap 6: klassikaal de mindmaps bespreken

Slide 12 - Tekstslide

Spionage opdracht regels
De regels zijn:
- Er wordt tijdens het schrijven op de mindmap alleen zacht overlegd, op een volume waarbij de andere groepjes je niet kunnen horen.
- Tijdens het ‘spioneren’ wordt er niet gepraat, want spionnen spioneren in het geheim, dus je praat niet.
- Je blijft op je stoel zitten, tenzij het aan jou de beurt is te spioneren.
- Er moeten minimaal drie tekeningen op je mindmap staan.
- Noem minimaal 4 begrippen 
- Er staan minimaal 2 gevolgen van het leven in de stad in de mindmap.











Slide 13 - Tekstslide

Spionnen opdracht bespreken

Slide 14 - Tekstslide