5. Sterke en onregelmatige werkwoorden

5. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 1 - Tekstslide

Testen, maar dan net even anders
De lijst met sterke en onregelmatige werkwoorden uit het lesboek 'De Bovenkamer' van Josée Coenen (p.135-140) moet je uit het hoofd leren. 

Iedere week 'overhoor' ik 8-10 woorden via LessonUp én krijg je van mij, middels informatieve filmpjes, context rondom het woord. Veel voorkomende onregelmatige werkwoorden (bijv. hebben, gaan) worden bovendien herhaald.

Slide 2 - Tekstslide

Deze week:
blazen, blijven, (ont)staan, (onder)zoeken, zien

Slide 3 - Tekstslide

Bellenblazen
We hebben het allemaal wel eens gedaan, maar hoe werkt het nu precies?
Kijk mee naar dit filmpje en leer waarom je alleen bellen kunt blazen van water en zeep.
Let op! Het gebruik van de werkwoorden: 
blazen, blijven, (ont)staan, (onder)zoeken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Hoe wordt 'blazen' vervoegd in de verleden tijd enkelvoud en meervoud?
A
blaasde, blaasden
B
blaaste, blaasten
C
blies, bliezen
D
blissed, blozen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'blazen'?
A
geblozen
B
geblazen
C
geblaasd
D
geblaast

Slide 7 - Quizvraag

'Staan' is het grondwoord in 'ontstaan'
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud en meervoud van 'staan'?
A
stond, stonden
B
stand, standen
C
state, staan
D
stond, stondten

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud en meervoud van 'ontstaan'?
A
ontstand, ontstanden
B
ontstond, ontstonden
C
ontstaande, ontstaanden
D
geen idee

Slide 10 - Quizvraag

"Er .... (ontstaan, t.t.) een vliesje".

Slide 11 - Open vraag

"Wanneer ik het water op het doek leg, ... (blijven, t.t.) het er als een bol bovenop ... (liggen, t.t.)".

Slide 12 - Open vraag


Wat is 'blijven' in de OVT enkelvoud en meervoud?
A
blijfde, blijfden
B
blijfte, blijften
C
blijf, blijven
D
bleef, bleven

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'blijven'?
A
(zijn) gebleven
B
(ben) gebleven
C
geblijfd
D
geen idee

Slide 14 - Quizvraag

"Door die beelden langzaam af te spelen, hebben ze bijvoorbeeld kunnen ....(onderzoeken, t.t.) hoe de tong van een kameleon werkt".

Slide 15 - Open vraag

'Zoeken' is het grondwoord in 'onderzoeken'
A
onjuist
B
juist

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'zoeken'?
A
gezocht
B
gezoekt
C
heb gezocht
D
ben zoek

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'onderzoeken'?
A
onderzoe
B
tekenlepel
C
tekenschuifje
D
onderzocht

Slide 18 - Quizvraag

Is deze quiz jou ook zo goed...? (V.V.T)
A
Bevallen
B
Bevalten

Slide 19 - Quizvraag

The end
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 20 - Tekstslide