6. Sterke en onregelmatige werkwoorden

6. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

6. Sterke en onregelmatige werkwoorden
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 1 - Tekstslide

Testen, maar dan net even anders
De lijst met sterke en onregelmatige werkwoorden uit het lesboek 'De Bovenkamer' van Josée Coenen (p.135-140) moet je uit het hoofd leren. 

Iedere week 'overhoor' ik 7-10 woorden via LessonUp én krijg je van mij, middels informatieve filmpjes, context rondom het woord. Veel voorkomende onregelmatige werkwoorden (bijv. hebben, gaan) worden bovendien herhaald.

Slide 2 - Tekstslide

Deze week:
(be)kijken, brengen, gaan, bezoeken, (terug)nemen, houden, vallen

Slide 3 - Tekstslide

Luchtvervuiling
De lucht in Nederlands is ziek, de haven van Rotterdam maakt haar nog koortsiger. Hoe komt dit? En waarom treft die luchtvervuiling Rotterdam?
Let op! Het gebruik van de werkwoorden: 
kijken, brengen, gaan, bezoeken, (terug)nemen, houden, vallen

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

De inspecteurs ... (gaan, t.t.) aan boord van een schip om de brandstof te ...(bekijken)
A
gingen, bekeken
B
gaan, bekijken
C
gaat, bekijkt
D
ging, bekijken

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd e.v. en m.v. van kijken?
A
keek, keken
B
kijk, kijken
C
kijkte, kijkten
D
keek, keekten

Slide 7 - Quizvraag

'Kijken' is het grondwoord in 'bekijken'
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd enkelvoud en meervoud van 'bekijken'?
A
bekijkte, bekijkten
B
bekijk, bekijken
C
bekeek, bekeken
D
geen idee

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de verleden tijd e.v. en m.v. van 'gaan'?
A
ga, gaan
B
ging, gingen
C
gaat, gegaan
D
gate, gaten

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'gaan'?
A
(ben) gegaan
B
geging
C
heeft gegaan
D
geen idee

Slide 11 - Quizvraag

"De inspecteurs ... (gaan) aan boord om de motorafstelling te ..... (bekijken) om te zien of dat schip zich aan de regels ... (houden)".

Slide 12 - Open vraag


Wat is 'houden' in de OVT enkelvoud en meervoud?
A
hield, gehouden
B
houd, houden
C
houdt, houdte
D
hield, hielden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'houden'?
A
gehield
B
gehouden

Slide 14 - Quizvraag

"De inspecteur kan ze nooit allemaal ... (bezoeken), dus die moet op de een of andere manier ... (gaan) kiezen".

Slide 15 - Open vraag

"Drones ... (brengen) grote vervuilers in kaart".

Slide 16 - Open vraag

'Zoeken' is het grondwoord in 'onderzoeken'
A
onjuist
B
juist

Slide 17 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'zoeken'?
A
gezocht
B
gezoekt
C
heb gezocht
D
ben zoek

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'onderzoeken'?
A
onderzoe
B
tekenlepel
C
tekenschuifje
D
onderzocht

Slide 19 - Quizvraag

"Die ... je mee ... naar de wal en dan kun je in het laboratorium gaan kijken wat de samenstelling van die afvalgassen is (meenemen)"

Slide 20 - Open vraag

Wat is het 'grondwoord' in
-meenemen-?
A
nemen
B
mee

Slide 21 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'nemen'?
A
geneemt
B
genomen
C
genamd
D
geneemd

Slide 22 - Quizvraag

Wat is het voltooid deelwoord van 'meenemen'?

Slide 23 - Open vraag

Wat is de OVT enkelvoud en meervoud van 'nemen'?
A
neemde, neemden
B
noom, noomde
C
nam, namen
D
geen idee

Slide 24 - Quizvraag

Wat is de OVT enkelvoud en meervoud van 'meenemen'?
A
neemde mee, neemden mee
B
noom mee, noomde mee
C
nam mee, namen mee
D
geen idee

Slide 25 - Quizvraag

meenemen is een 'knip'werkwoord (scheidbaar samengesteld werkwoord)
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quizvraag

wanneer 'knip' je dit werkwoord op en wanneer niet?

Slide 27 - Open vraag

Vul in: "Die schepen hoeven zicht niet alleen binnen de haven aan de regels te ... (houden)"

Slide 28 - Open vraag

Wat is de OVT enkelvoud en meervoud van 'houden'?
A
hield, hielden
B
houd, houden
C
houdte, houdten
D
geen idee

Slide 29 - Quizvraag

... deze quiz jou ook zo goed? (V.V.T)
A
Bevalt
B
Bevald

Slide 30 - Quizvraag

The end
Ik heb het gesmorft. En jij?

Slide 31 - Tekstslide