§1.3 Weet wat je nodig hebt!

Paragraaf 1.3
Weet wat je nodig hebt! 
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1.3
Weet wat je nodig hebt! 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma
  • Terugblik §1.2 (5 min)
  • Uitleg §1.2 (15 min.)
  • Opdrachten maken (30 min.)
  • Leerdoelen check (5 min.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik §1.2
Economie en geld

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van directe ruil of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Is hier sprake van chartaal of giraal geld?
A
Chartaal geld
B
Giraal geld

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 1.3
Weet wat je nodig hebt!

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  1. Wat voor behoeften je kunt hebben.
  2. Waardoor mensen verschillende behoeften hebben. 
  3. Wat het verschil is tussen goederen en diensten.
  4. Hoe je met procenten een getal kunt berekenen.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Noem een voorbeeld van een dienst.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op een jas van € 89 krijg je 35% korting.
Hoeveel korting is dat?

Slide 12 - Open vraag

€ 89 : 100 x 35 = € 31,15

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdrachten §1.3
Maken deze les:
  • Opdracht 1, 2, 4, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16, 19 en 20

Wat ga je doen als je klaar bent?
  • Nakijken
  • Verder met §1.4 (opdracht 1 t/m 13)

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Je leert in deze paragraaf:
  1. Wat voor behoeften je kunt hebben.
  2. Waardoor mensen verschillende behoeften hebben. 
  3. Wat het verschil is tussen goederen en diensten.
  4. Hoe je met procenten een getal kunt berekenen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies