Woensdag 8 februari B2j

Deutsch
Mittwoch, den 8. Februar 2024
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Deutsch
Mittwoch, den 8. Februar 2024

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?
Satz der Woche
LOGO Sendung
Grammatik 
Selbständig arbeiten
Was bin ich?

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • een Duitse LOGO aflevering begrijpen en meerkeuzevragen beantwoorden.

  • de regel van de persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval begrijpen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 3.

  • de woordenschat van Lektion 1 leren door middel van het spel "Was bin ich?"





Slide 3 - Tekstslide

Satz der Woche

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

In welk land worden kinderen gevaccineerd?
A
Kameroen
B
Malawi
C
Soedan
D
Zuid Afrika

Slide 7 - Quizvraag

Tegen welke ziekte worden de kinderen gevaccineerd?
A
Corona
B
Malaria
C
De griep
D
Waterpokken

Slide 8 - Quizvraag

Met welk land is Duitsland goed "bevriend"?
A
Noorwegen
B
België
C
Frankrijk
D
Nederland

Slide 9 - Quizvraag

Waarom wilde politici uit beide landen een partnerschap?
A
Zodat er geen nieuwe oorlog ontstaat
B
Meer handelsmogelijkheden
C
Zodat ze elkaars taal konden leren
D
Zodat ze elkaars eten konden proeven

Slide 10 - Quizvraag

In welk land waren dit jaar de jeugd olympische winterspelen?
A
Noord Korea
B
China
C
Japan
D
Zuid Korea

Slide 11 - Quizvraag

Wat moet je doen als je ziet dat iemand door het ijs gezakt is?
A
Naar diegene toe gaan en helpen.
B
112 bellen
C
Het ijs verder kapot maken
D
Zorgen voor een warmte deken

Slide 12 - Quizvraag

Grammatik
Persoonlijk voornaamwoorden met de vierde naamval

Slide 13 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
De man gaat boodschappen doen.

Ik heb de man gezien.
Hij gaat boodschappen doen.

Ik heb hem gezien.
.......?

...... ?
Wat valt je op? 

In welke naamval staan de gekleurde woorden in het Duits?


Slide 14 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Der Mann geht einkaufen.

Ich habe den Mann gesehen.
Er geht einkaufen.

Ich habe ihn gesehen.
1e (o)

4e (lv)

Slide 15 - Tekstslide

Persoonlijk voornaamwoord
Ich 
du 
er 
sie 
es 

wir 
ihr 
sie 
Sie
mich 
dich 
ihn
sie
es

uns 
euch 
sie 
Sie
mij 
jou 
hem 
haar 
het 

ons 
jullie 
hun/hen 
u
ik 
jij 
hij 
zij 
het 

wij 
jullie 
zij 
u
1e naamval (onderwerp)
4e naamval (lijdend voorwerp)

Slide 16 - Tekstslide

Voorbeeld

(Zij)............... spielt gegen.............. (mij).

(Ik) .......... trainiere................(hem).

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag!
Maak opdracht    9 t/m 11 Lektion 4.2
                                    1b van Lektion 4.3
                                    9 van Lektion 4.4

Klaar?
Verder werken aan boekje.

Slide 18 - Tekstslide

Wer bin ich?!

Slide 19 - Tekstslide

Lernziele
Aan het einde van de les kun je.....


  • een Duitse LOGO aflevering begrijpen en meerkeuzevragen beantwoorden.

  • de regel van de persoonlijk voornaamwoord in de vierde naamval begrijpen en deze toepassen in de opdrachten van Lektion 3.

  • de woordenschat van Lektion 1 leren door middel van het spel "Was bin ich?"





Slide 20 - Tekstslide

Vielen Dank für eure Aufmerksamkeit!

Slide 21 - Tekstslide