week 3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Faire (maken): 
Bloc G: M: ex 27c luister naar de zinnen + ex 27e
Bloc H: neem het grammaticablok zelfstandig door (zie ook extra uitleg studiewijzer) M: ex 30/31

Apprendre (leren): 
herhaal voc E+F + zinnen Bloc G

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Bloc H: 
Je kunt het bezittelijk voornaamwoord in het FA toepassen

Nakijk en verbetertijd Ch1 + Bron H afmaken
Je hebt aan de einde van deze les zoveel mogelijk nagekeken en verbetert!

Volgende week PWCH1:
Bereid jezelf alvast voor, oefen met slim stampen of quizlet


Slide 3 - Tekstslide

Bloc H
Het bezittelijk vnw

Slide 4 - Tekstslide

Noteer 3 Nederlandse bezittelijke vnw

Slide 5 - Woordweb

Video
Herhaling uitleg bezittelijk vnw

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Tekstslide

Zijn/ haar
Attention! 
SON en SA betekenen allebei zijn/haar. Kijk goed naar het zelfstandig nw dat er achter staat! Is dat mannelijk of vrouwelijk?

Slide 9 - Tekstslide

zijn vriend
haar vriend

zijn vriendin
haar vriendin

zijn zus
haar zus

zijn broer
haar broer
son copain 
son copain

sa copine
sa copine

sa soeur
sa soeur

son frère
son frère

Slide 10 - Tekstslide

On va pratiquer
We gaan oefenen...

Slide 11 - Tekstslide

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) amies = (vriendinnen)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 12 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(jouw) amie (vriendin)
A
ton
B
ta
C
tes

Slide 13 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(zijn) valise (= koffer)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 14 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) petit frère (= broertje)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 15 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(haar) bottes (=laarzen)
A
son
B
sa
C
ses

Slide 16 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bezittelijk vnw?
(mijn) prof (=leraar)
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 17 - Quizvraag

Dit zijn Franse bezittelijke voornaamwoorden
Deze woorden niet!
mon
ma
mes
ton
ta
tes
son
sa
ses
je
il
elle
tu
nous
vous

Slide 18 - Sleepvraag

2. onze, ons, jullie, uw, hun
onze/ons             notre (ev), nos (mv)
jullie/uw              votre (ev), vos (mv)
hun                        leur (ev), leurs (mv)
De vertalingen zijn dus afhankelijk van enkelvoud (ev) en meervoud (mv)

Slide 19 - Tekstslide

Hoe vertaal je het bz vnw?
(hun) prof
A
leur
B
leurs
C
votre
D
vos

Slide 20 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bz vnw?
(jullie) profs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 21 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bz vnw?
(ons) devoirs
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 22 - Quizvraag

Hoe vertaal je het bz vnw?
(jullie) école (=school)
A
votre
B
vos
C
notre
D
nos

Slide 23 - Quizvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Au travail/ Aan het werk!
Nakijk en verbetertijd Ch1 + Bron H afmaken
je hebt aan de einde van deze les zoveel mogelijk nagekeken en verbetert!
Faire (maken) Bloc H ex 32 
Extra instructie nodig? Laat het weten!
Ben je klaar, dan ga je leren: volgende week PW CH1

Slide 25 - Tekstslide

Noem 3 Franse bezittelijke vnw

Slide 26 - Woordweb

Question: zijn + haar (son/sa/ses) koppel je altijd aan ...?

Slide 27 - Woordweb

Les devoirs
Ch1 op orde! Verbeter online opdrachten +
Faire (maken) Bloc H ex 32 (HAVO ook steropdrachten maken!)
Apprendre (leren): herhaal voc E/F + Bloc H

Volgende week PWCH1 (leerstof zie magister)

Slide 28 - Tekstslide