week 4 2B

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Les devoirs
Ch1 op orde! Verbeter online opdrachten

Faire (maken): Bloc H ex 32
Apprendre (leren): herhaal voc E/F + Bloc H





Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Overhoren HW:  Bloc H: (herhaling)
Je kunt het bezittelijk voornaamwoord gebruiken

Ch1: Je hebt aan de einde van deze les Ch1 af!



Slide 3 - Tekstslide

Bloc H
Herhaling van het bezittelijk vnw

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Bloc H





De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Bijv: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Onze
Jullie/uw
Hun
Mnl
mon
ton
son
notre
votre
leur
Vrl
ma
ta
sa
notre
votre
leur
MV
mes
tes
ses
nos
vos
leurs

Slide 5 - Tekstslide

Exemples:

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 6 - Tekstslide

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 7 - Tekstslide

Geef een voorbeeld bezittelijk vnw.
in het Frans?

Slide 8 - Woordweb

Hoe weet je of een
zelfstandig nw mnl/vrl/meervoud is?

Slide 9 - Woordweb

On va pratiquer
We gaan oefenen...

Slide 10 - Tekstslide

Welk bezittelijk voornaamwoord is
mijn (mannelijk enkelvoud)
A
ma
B
mes
C
mon

Slide 11 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord is
jouw (vrl enk)
A
ta
B
tes
C
ton

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) oncles
A
ma
B
tes
C
mon
D
mes

Slide 13 - Quizvraag

livres
sac à dos
trousse
mon
mes 
ma

Slide 14 - Sleepvraag

Zijn/ haar
Attention! 
SON en SA betekenen allebei zijn/haar. Kijk goed naar het zelfstandig nw dat er achter staat! Is dat mannelijk of vrouwelijk?

Slide 15 - Tekstslide

zijn vriend
haar vriend

zijn vriendin
haar vriendin

zijn zus
haar zus

zijn broer
haar broer
son copain 
son copain

sa copine
sa copine

sa soeur
sa soeur

son frère
son frère

Slide 16 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) soeur (zijn zus)
A
sa
B
ses
C
son

Slide 17 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) tante
A
son
B
ses
C
sa

Slide 18 - Quizvraag

(Zijn) amie est belle.
Zijn vriendin is mooi.
A
sa
B
son
C
ses

Slide 19 - Quizvraag

Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa

Slide 20 - Sleepvraag

Hieronder zie je woorden staan. Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit.
La voiture (de auto)
Un stylo (een pen)
Deux chaussures (schoenen)
Mon
Ton
Son
Notre
Votre
Leur
Ma
Ta
Sa
Notre
Votre
Leur
Mes
Tes
Ses
Nos
Vos
Leurs

Slide 21 - Sleepvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Au travail/ Aan het werk!
Ch1 afronden! + Bloc H: Ex 32 controle


Ben je klaar, dan ga je leren: voorbereiding PW Ch1
*oefen met slim stampen/ quizlet

Slide 23 - Tekstslide

Noem 3 bezittelijke vnw in het Frans

Slide 24 - Woordweb

Les devoirs
Faire (maken): CH1 = af! (Bloc A t/m H)
Apprendre (leren): Ch1 (PW voorbereiden)

* Kijk nog een keer naar de instructie video's over grammaticablokken D+H 


Slide 25 - Tekstslide