les 12 week 48 2A

                    BONJOUR!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

                    BONJOUR!

Slide 1 - Tekstslide

PW CH1
Noteer het PW in jouw agenda!
maandag 11 december - lundi le 11 décembre
Leerstof (zie ook studiewijzer)
Ch1 WB p. 50 - 53 + p.166
alle woorden en zinnen (F/N)

alle grammatica (F/N - N/F) (passé composé/ volt dw + bezittelijk vnw)
herhaling werkwoorden hebben en zijn (tegenwoordige tijd) WB p. 166

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen
Blooket Voc E+F:
Je kunt de woorden en zinnen vertalen in het F/N
Bloc G:
Je kunt de zinnen vertalen F/N
Bloc H: (zelfstandig doornemen)
Je kunt het Franse bezittelijk voornaamwoord toepassen

Slide 3 - Tekstslide

Les devoirs
Faire (maken): Bloc G:ex 27b (dictee), 27c: luister naar de zinnen + ex 27e
Bloc H: neem het grammaticablok nog eens zelf door (zie ook extra uitleg studiewijzer) Maken: ex 30ade/31ab
HAVO: maak in je WB ex 31d*
Apprendre (leren): 
herhaal voc E+F + zinnen Bloc G

Slide 4 - Tekstslide

Bloc G
HW bespreken

Slide 5 - Tekstslide

Bloc H
Herhaling Franse bezittelijke voornaamwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Bloc H





De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort. Bijv: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)
Mijn
Jouw
Zijn/haar
Onze
Jullie/uw
Hun
Mnl
mon
ton
son
notre
votre
leur
Vrl
ma
ta
sa
notre
votre
leur
MV
mes
tes
ses
nos
vos
leurs

Slide 7 - Tekstslide

Exemples:

Le lit           C'est mon lit.


La chambre          Voilà ma chambre.


Les parents          J'adore mes parents.

Slide 8 - Tekstslide

Let op!
Als het zelfstandig naamwoord vrouwelijk is en met een klinker of stomme h begint: altijd mon, ton of son!
Amélie est mon amie.  = Amélie is mijn vriendin.
C'est son équerre.         = Dat is zijn geodriehoek.


Slide 9 - Tekstslide

On va pratiquer
We gaan oefenen...

Slide 10 - Tekstslide

Geef een voorbeeld bezittelijk vnw.
in het Frans?

Slide 11 - Woordweb

Hoe weet je of een
zelfstandig nw mnl/vrl/meervoud is?

Slide 12 - Woordweb

Welk bezittelijk voornaamwoord is
mijn (mannelijk enkelvoud)
A
ma
B
mes
C
mon

Slide 13 - Quizvraag

Welk bezittelijk voornaamwoord is
jouw (vrl enk)
A
ta
B
tes
C
ton

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord uit de 3 opties.

_________ (mijn) oncles
A
ma
B
tes
C
mon
D
mes

Slide 15 - Quizvraag

livres
sac à dos
trousse
mon
mes 
ma

Slide 16 - Sleepvraag

Zijn/ haar
Attention! 
SON en SA betekenen allebei zijn/haar. Kijk goed naar het zelfstandig nw dat er achter staat! Is dat mannelijk of vrouwelijk?

Slide 17 - Tekstslide

zijn vriend
haar vriend

zijn vriendin
haar vriendin

zijn zus
haar zus

zijn broer
haar broer
son copain 
son copain

sa copine
sa copine

sa soeur
sa soeur

son frère
son frère

Slide 18 - Tekstslide

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) soeur (zijn zus)
A
sa
B
ses
C
son

Slide 19 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord:

_________ (zijn) tante
A
son
B
ses
C
sa

Slide 20 - Quizvraag

(Zijn) amie est belle.
Zijn vriendin is mooi.
A
sa
B
son
C
ses

Slide 21 - Quizvraag

Zie onderstaande bezittelijke voornaamwoorden. Maak de juiste combinaties.
MIJN
JOUW
ZIJN/HAAR
mon
ton
son
ta
tes
mes
ses
ma
sa

Slide 22 - Sleepvraag

Hieronder zie je woorden staan. Koppel het juiste bezittelijke voornaamwoord aan het bezit.
La voiture (de auto)
Un stylo (een pen)
Deux chaussures (schoenen)
Mon
Ton
Son
Notre
Votre
Leur
Ma
Ta
Sa
Notre
Votre
Leur
Mes
Tes
Ses
Nos
Vos
Leurs

Slide 23 - Sleepvraag

Hoe ging het?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Bloc H
Opdrachten bespreken

Slide 25 - Tekstslide

Blooket spelen
Vocabulaire E+F oefenen!

Slide 26 - Tekstslide

Noem 3 bezittelijke vnw in het Frans

Slide 27 - Woordweb

PW CH1
Leerstof (zie ook studiewijzer)
WB p. 50 - 53
alle woorden en zinnen (F/N)

alle grammatica (F/N - N/F) (passé composé/ volt dw + bezittelijk vnw)
herhaling werkwoorden hebben en zijn (tegenwoordige tijd) WB p. 166

Slide 28 - Tekstslide