2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging

In dit land zijn meerdere politieke partijen toegestaan
A
Democratie
B
Dictatuur
1 / 38
volgende
Slide 1: Quizvraag
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

In dit land zijn meerdere politieke partijen toegestaan
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er is sprake van censuur
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een rechter moet lid zijn van de grootste politieke partij
A
Democratie
B
Dictatuur

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Onder welke macht valt de politie?
A
wetgevende macht
B
uitvoerende macht
C
rechterlijke macht
D
geen van allen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Een rechtsstaat is een staat waarin burgers met grondrechten worden beschermd tegen machtsmisbruik en willekeur van bedrijven
2) Het legaliteitsbeginsel betekent o.a. dat ook de overheid zich aan de wet moet houden
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging
lesboek bladzijdes 54 t/m 59

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Je kan uitleggen hoe je de grondbeginselen van de rechtsstaat terugziet in ons strafrecht 
  • Je weet wat een Officier van Justitie is en welke mogelijkheden hij/zij heeft
  • Je kan beargumenteren hoe je in de discussie van het veiligheidsdilemma staat 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Strafrecht
Hoe gaat de overheid om met burgers die de wet overtreden?

Wie treedt namens de overheid op?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Legaliteitsbeginsel en het strafrecht
  • Strafbaarheidsbeginsel; Wel of niet strafbaar
  • Strafbepaling; duidelijke omschrijving crimineel gedrag
  • Ne bis in idem-regel; Niet twee keer vervolgd voor hetzelfde vergrijp
  • Maximumstraf; Per wet vastgelegd
  • Overmacht; Ontoerekeningsvatbaar
  • verjaringstermijn; Na bepaalde tijd geen straf meer
Mishandeling

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Overtreding 

  • Minder ernstig strafbaar
  • Vaak met een boete afgedaan
  • Niet altijd Officier van Justitie bij betrokken
  • Veroorzaken van overlast, door rood rijden, wildplassen, zwartrijden
  • Lagere straffen
  • Niet altijd een strafblad

Misdrijf 

  • Ernstig strafbare feiten
Gevangenisstraf
  • Altijd Officier van Justitie bij betrokken
  • Moord, doodslag, verkrachting, drughandel, rijden onder invloed, ontvoering, diefstal
  • Hoge straffen
  • Strafblad 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
Overtreding
B
Misdrijf

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Criminaliteit = alle misdrijven die in de wet staan

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




  • Eerlijk proces.
  • Onschuldig tot het tegendeel bewezen is = onschuldvermoeden.
  • Wettelijke regels voor behandeling verdachten (Wetboek van Strafvordering)
  • Recht op een advocaat.




  • Strafbaarheidsbeginsel
  • Strafbepaling moet duidelijk zijn
  • Ne bis in idem - regel
  • Maximumstraf
  • Strafuitsluitingsgronden
  • Verjaring (bv. 12 jaar voor misdrijf)
Grondrechten en het strafrecht
Legaliteitsbeginsel en het strafrecht

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het strafproces 
1. De opsporing
2. De aanhouding
3. Vervolging door het Openbaar Ministerie (OM)
4. De berechting door 1 of meerdere rechters
5. Eventueel hoger beroep en cassatie
6. De uitvoering van de opgelegde straf 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. De opsporing 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Officier van Justitie
  • Aanklager (namens het Openbaar Ministerie = OM)
  • Leidt het opsporingsonderzoek
  • Beslist of de verdachte naar de rechter gaat
  • Eist in een strafzaak en bepaalde straf 
  • Zorgt dat de straf wordt uitgevoerd

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Aanhouding

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van verdachten
  1. Verdacht = redelijk vermoeden
  2. Recht om te weten waar je van verdacht wordt.
  3. Recht op advocaat
  4. Recht om te zwijgen
  5. Beperkte tijd vast houden
  6. Eerlijk proces > onafhankelijke en onpartijdige rechter
  7. Onschuldig tot rechter de straf heeft uitgesproken.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rechten van verdachten
8. Na de uitspraak van de rechter mag je in hoger beroep gaan
9. Misdrijven en overtredingen kunnen verjaren
10. Vrijgesproken = vrij (behalve als er nieuw bewijs aan het licht komt bijvoorbeeld bij moordzaken) 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Bevoegdheden van de politie
  • Iemand staande houden > je hebt een identificatieplicht
  • Een bekeuring geven.
  • Fouilleren.
  • arresteren of aanhouden.
  • Verhoren.
  • Vasthouden.

Bij een strafbaar feit maakt de politie altijd een proces-verbaal op. 

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwangmiddelen - met toestemming
  • Binnengaan van een woning
  • Afluisteren
  • Preventief fouilleren - veiligheidsrisicogebied
  • Infiltratie
  • Langer dan 9 uur vasthouden 

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Vervolging door het OM
1. Seponeren

Niet verder
vervolgen 
2.Transactie 

Voorstel tot straf - geldboete
4. Vervolgen

Voor de rechter 
3. Strafbe-schikking

 een straf opleggen bij lichte delicten --> op de stoel van de rechter  

Trias Politica?

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vrijheid of veiligheid?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Big Data

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Dilemma's 

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is voor jou belangrijker: vrijheid of veiligheid en wat is de grens?

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 
  • Je kan uitleggen hoe je de grondbeginselen van de rechtsstaat terugziet in ons strafrecht 
  • Je weet wat een Officier van Justitie is en welke mogelijkheden hij/zij heeft
  • Je kan beargumenteren hoe je in de discussie van het veiligheidsdilemma staat 

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lezen paragraaf 2.6 Strafrecht: opsporing en vervolging
lesboek bladzijdes 54 t/m 59 

Maken van paragraaf 2.6 in je digitale werkboek vraag 1, 3, 5, 7, 11 en 13 

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies