Anatomie en fysiologie hart

Het hart
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Het hart

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hart
Uit de linkerkamer komt de grote lichaamsslagader (aorta)

Uit de rechterkamer komt de longslagader : splitst in twee


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bloedsomloop
Grote bloedsomloop:
Linker boezem
Linker kamer
Bloed naar het lichaam via aorta
Bloed komt terug naar hart via onderste + bovenste holle ader

Kleine bloedsomloop:
Rechter boezem
Rechter kamer
Longslagader
Longen
Via longader komt bloed weer in linker boezem



 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In welke holte stroomt het bloed vanuit de longen?
A
linker boezem
B
rechter boezem
C
linker kamer
D
rechter kamer

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke holte stroomt het bloed naar de longen?
A
Rechter boezem
B
Linker boezem
C
Linker kamer
D
Rechter kamer

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hartspier
Via kransslagaders bloed ontvangen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel bloed circuleert gemiddeld bij volwassene?
A
2 liter
B
5 liter
C
8 liter
D
10 liter

Slide 9 - Quizvraag

Gemiddeld heeft een volwassen vrouw 4,5 liter bloed en een volwassen man 5,6 liter bloed in het lichaam. 
Bloedvaten
Slagaders: zuurstofrijk en voedselrijk (behalve longslagader)
Aders: zuurstofarm bloed, kooldioxide

Arteriolen: ringen van glad spierweefsel

Slide 10 - Tekstslide

De doorsnede van een slagader loopt uiteen van tweeënhalve centimeter van de aorta of lichaamsslagader, tot een halve millimeter voor de kleinste slagadertjes. 
Sinusknoop
Bevindt zich in de rechterboezem.
Geeft  elektrische prikkels aan de hartspier af -> hartspier knijpt samen.
Gemiddeld 72 prikkels per minuut 
Vanuit de hersenen lopen er twee zenuwtakken naar de sinusknoop. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Hartslag
Een hartslag bestaat uit drie fasen:
samentrekken van het hart;
ontspannen van het hart;
periode van rust van het hart.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hartslag
controleren?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

frequentie;

ritme;
gelijkmatigheid;
spanning en volume.


Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een gemiddelde hartfrequentie bij volwassene?
A
30-50 slagen per minuut
B
60-90 slagen per minuut
C
90-120 slagen per minuut
D
120-140 slagen per minuut

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een verhoogde hartfrequentie 


  • emoties;
  • koorts (bij een temperatuurstijging van 1 °C neemt de hartfrequentie met acht tot twaalf slagen toe);
  • bloedingen;
  • hartafwijkingen;
  • bepaald medicijngebruik.




Een verlaagde hartfrequentie 

  • bij conditieverbetering;
  • tijdens de slaap;
  • bij braken;
  • bij hersenaandoeningen;
  • bij hartafwijkingen;
  • na bepaald medicijngebruik;
  • in een later stadium van shock.







Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk 
Millimeters kwik (mm Hg) en RR (Riva Rocci)
De bloeddruk (tensie) is de druk die in de slagaders heerst.

Bovendruk (systolische druk): heerst in de slagaders als het hart bloed in de aorta pompt;

Onderdruk (diastolische druk): heerst in de slagaders als het hart zich in de ontspanningsfase bevindt.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat hoor je, voel je en zie je bij bloeddruk meten?
Het bloed oefent zoveel druk uit, dat het weer in de arm stroomt, ook al zit de manchet nog strak om de arm = bovendruk (hart trekt samen)  = Eerst hoorbare toon + eerst voelbare polsslag

  Als de druk in de manchet nog verder daalt, stroomt het bloed op een bepaald moment ook in de ontspanningsfase in de arm: de onderdruk. = De laatst hoorbare toon

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is een bloeddruk te hoog/te laag?
En hoe zit dit met de pols?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bloeddruk en pols
Te hoog:
hoger dan 140/90 

Te laag
90/60

Pols: tussen 60 en 100

Slide 22 - Tekstslide

Je hebt een lage bloeddruk als de bovendruk lager is dan 90 of de onderdruk lager is dan 60. Bij een bovendruk tussen 120 en 140 heb je een normale bloeddruk. 

Een bovendruk van 120 of lager is een ideale bloeddruk