Instructieles 2

Consumentengedrag dag 7
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 6-8

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Consumentengedrag dag 7

Slide 1 - Tekstslide

Consumentengedrag
Kerndoel 35
De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en als consument.


Slide 2 - Tekstslide

Kinderen van 5/6 doen...
De kinderen leren in de praktijk antwoorden op vragen als:
Hoe ga je veilig om met materialen en gereedschappen?
Hoe beïnvloeden jouw gevoelens je veiligheid?
Wat zijn je favoriete speelplaatsen, spelletjes en sportactiviteiten?
Wat is er zo plezierig aan? Wat is er gevaarlijk of riskant aan?
Hoe kun je de risico's verminderen? Welke regels zijn er? Hoe gebeuren ongelukken?
 
De kinderen onderzoeken fietsen op eisen van veiligheid. Ze oefenen het fietsen in groepen op de speelplaats of zo mogelijk op een veilige oefenroute in de omgeving van de school.
Ze leren en oefenen in (gesimuleerde) praktijksituaties de belangrijkste voorrangsregels, correct gebruik van verkeersborden, voorsorteervakken en verkeerslichten, rekening houden met moeilijke omstandigheden en met het gedrag van anderen. De kinderen leren om te gaan met dienstregelingen in het openbaar vervoer.

Slide 3 - Tekstslide

 Kinderen van 7/8 doen...
De kinderen gaan bij een aantal producten na wat de beste manier van kiezen is en ontdekken dat ze daarbij door anderen worden beïnvloed.
Ze maken via opdrachten kennis met allerlei betaalmiddelen en de functionaliteit daarvan in diverse situaties.
Ze gaan na welke voor- en nadelen er vastzitten aan diverse spaarvormen.
Ze vergelijken hun zakgeldbedragen met de gemiddelde bedragen en praten over zakgeldbesteding.
De kinderen leren onderscheid te maken tussen subjectieve en objectieve informatiebronnen en doen ervaring op met eenvoudige producttesten.
Ze gaan na hoe ze bij het kiezen en gebruik van producten rekening kunnen houden met hun gezondheid.
Ze brengen mogelijkheden in kaart om in het eigen consumptiepatroon rekening te houden met het milieu.

Slide 4 - Tekstslide

Consumentengedrag dag 7

Slide 5 - Tekstslide

Je gaat leren
Wat consumeren is
Wat recyclen is
Wat groene energie is
Wat groene energiebronnen zijn
Wat duurzaam is

Slide 6 - Tekstslide

Oplossingen voor uitputting aarde
  • Minder consumeren
  • Beter nadenken over wat en hoe we kopen
  • Recyclen
  • Natuurbescherming
  • Groene energie

Slide 7 - Tekstslide

Hoe kan je ervoor zorgen dat je minder koopt?

Slide 8 - Open vraag

Consumeren of consuminderen?

Slide 9 - Tekstslide

Consumeren =
1 het eten van bijvoorbeeld een gerecht of maaltijd 
2 het kopen van goederen en diensten 

Slide 10 - Tekstslide

Wat is 'consumptiepatroon?'

Slide 11 - Open vraag

Wat doen ze hier?

Slide 12 - Tekstslide

Wat is recyclen?

Slide 13 - Open vraag

Recyclen = hergebruiken van grondstoffen

Slide 14 - Tekstslide

Wat hebben ze met elkaar te maken?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is 'Groene Energie'?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Welke duurzame energiebronnen ken je?
A
Windenergie
B
Zonne-energie
C
Biomassa
D
Waterkracht

Slide 18 - Quizvraag

Duurzaam betekent: Het raakt niet op en is niet schadelijk voor het milieu.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Waarom is windenergie
in Nederland een goed idee?

Slide 21 - Woordweb

Slide 22 - Video

Hoeveel geld
bespaarde
je door de kracht
van de zon?

Slide 23 - Woordweb

Slide 24 - Video

Ik ken wel een huis met zonnecollectoren
A
Ja, ik heb er een gezien!
B
Nee, hebben mensen dat bij ons in de wijk?

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Zonnepanelen en zonnecollectoren betekenen hetzelfde.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Door de kracht van water kan je energie opwekken
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Koolzaad wordt olie wordt brandstof voor auto's
A
Rare zin, maar dat klopt!
B
Rare zin, maar nee, onzin! Klopt niet!

Slide 31 - Quizvraag

Slide 32 - Video

Wat bedoelen ze met dit plaatje?

Slide 33 - Tekstslide

Bedankt voor je inzet.
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 34 - Tekstslide