modale werkwoorden Lektion 1

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 2

Modalverben 

Leerdoelen:

Ik kan de modale werkwoorden benoemen

Ik kan de modale werkwoorden toepassen

Modale werkwoorden

Vertalingen: 

können = kunnen

dürfen = mogen

mögen = houden van / lusten 

Modalverben

- Geven extra info over een ander werkwoord.

- Er zijn er 6+1 (dürfen, können, mögen, müssen, sollen, wollen, 

                                                                                                                   wissen)

- Enkelvoud (ich-du-er/sie/es) gaat anders dan normaal

- ich en er/sie/es zijn gelijk  en krijgen geen extra letters

                                                                                                                   (uitgang)

Modale Verben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

kann

kannst

kann

können

könnt

können

darf

darfst

darf

dürfen

dürft

dürfen

mag

magst

mag

mögen

mögt

mögen

Schrijf de betekenis op van:
können, mögen, dürfen

Ich ...... (mag) morgen zu Hause bleiben!

1. darf
2. dürf
3. darft
4. dürft

Vertaal:
Magst du Currywurst?

.......... (lusten) Sie deutsches Brot?

1. mögen
2. magt
3. magst
4. mögt

ich

du

wir

ihr

   kann

  darfst

 mögen

  dürft

......... (kunnen) du mir sagen was ich tun soll?

1. können
2. kann
3. könne
4. kannst

Ihr ..... (kunnen) nicht später kommen.

1. kann
2. können
3. könnt
4. kannt

Dürfen —> darf
Maak het rijtje van dürfen: ich darf, du ...... enz.

Wessel ........ (mogen) noch nicht Scooter fahren.

1. mag
2. darf
3. kann
4. mög

können dürfen mögen

Wat betekent "mögen"

1. durven
2. mogen
3. houden van
4. lekker vinden

Wat betekent "dürfen"

1. durven
2. mogen
3. houden van
4. lekker vinden

Heb je het gevoel dat je de Modalverben begrijpt?

1. Begrijp en ken het wel, komt goed! (100%)
2. Ken de rijtjes nog niet, maar snap wat de bedoeling is! (75%)
3. Ik snap het nu nog niet zo, maar komt wel (50%)
4. Ik vind het nog erg moeilijk (25%)