11.1 Het zintuigenstelsel en 11.2 de tien zintuigen

Thema 11
basisstof 1: Het zintuigenstelsel
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Thema 11
basisstof 1: Het zintuigenstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Voorkennis activeren
We maken de introductie van thema 11, blz. 182
Je maakt dit onderdeel in je boek.
Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.
Ben je eerder klaar? Lees dan alvast de tekst van blz. 184 en 185.
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je al over het zintuigenstelsel?

Slide 4 - Woordweb

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:
gehoorzintuig in oren,
gezichtszintuig in ogen, etc.

Slide 5 - Tekstslide

Je zintuigen zitten in bepaalde organen:
gehoorzintuig in oren,
gezichtszintuig in ogen, etc.
In een zintuig bevinden zich zintuigcellen:
elke zintuigcel is verbonden met een uitloper van een gevoelszenuwcel.

Slide 6 - Tekstslide

Een prikkel moet sterk genoeg zijn voordat een zintuigcel impulsen gaat afgeven. Dat noemen we de  drempelwaarde.

Slide 7 - Tekstslide

Elk zintuig is gevoelig voor een specifieke prikkel: de adequate prikkel

Slide 8 - Tekstslide

Elk zintuig is gevoelig voor een specifieke prikkel: de adequate prikkel
Zintuigen kunnen ook andere, niet-adequate prikkels opvangen. De drempelwaarde voor deze prikkels is veel hoger. 
Denk bijvoorbeeld aan sterretjes bij de ogen als je er op drukt.

Slide 9 - Tekstslide

Wat is de adequate prikkel voor de gezichtzintuigcellen?

Slide 10 - Open vraag

Wat is de adequate prikkel voor het reukzintuig?

Slide 11 - Open vraag

Wat is de adequate prikkel voor het tastzintuig?

Slide 12 - Open vraag

Als een prikkel lang aanhoudt of steeds herhaald wordt (gewenning), gaat de drempelwaarde omhoog.

Slide 13 - Tekstslide

Als een prikkel lang aanhoudt of steeds herhaald wordt (gewenning), gaat de drempelwaarde omhoog.
Als je niet gemotiveerd bent, is de drempelwaarde hoger. 

Slide 14 - Tekstslide

Je werk in de bakkerij, na een tijdje ruik je het gebakken brood niet meer.
De drempelwaarde ging ...
A
omhoog
B
omlaag

Slide 15 - Quizvraag

Je loopt langs een pizzatent, maar je ruikt het niet, want je hebt geen honger. Je bent...
A
gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
B
gemotiveerd, drempelwaarde is laag
C
niet gemotiveerd, drempelwaarde is hoog
D
niet gemotiveerd, drempelwaarde is laag

Slide 16 - Quizvraag

Aan de slag:
  • Begin met opdracht 1,2 t/m 7 van basisstof 1
  • Je hebt hier 10 minuten de tijd voor.
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?
adequate prikkels
drempelwaarde
gewenning / motivatie
Geen extra uitleg nodig

Slide 18 - Poll

BS 2: Tien zintuigen van de mens
Leerjaar 3
Mevrouw Rottier & Mevrouw van Brakel

Slide 19 - Tekstslide

Leerdoelen
* Je kunt aangeven waar het gezichtszintuig, het gehoorzintuig en het evenwichtszintuig liggen en wat hun adequate prikkels zijn.

* Je kunt aangeven waar de zintuigcellen in je huid, de reukzintuigcellen en de smaakzintuigcellen liggen, hoe ze werken en wat hun adequate prikkels zijn

Slide 20 - Tekstslide

Welke tien zintuigen ken je?

Slide 21 - Woordweb

Ligt in de ogen

Het gezichtszintuig bestaat uit een vlies van lichtgevoelige cellen. Dit noemen we het netvlies 

Het netvlies bevindt zich helemaal achterin de oogbol 

Adequate prikkel= Licht
Gezichtszintuig

Slide 22 - Tekstslide

Gehoorzintuig 
Ligt in de oren.
Reageert op geluiden/trillingen

De zintuigcellen (haartjes) in het slakkenhuis sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt horen.

Adequate prikkel = Geluid/trilling

Slide 23 - Tekstslide


Slakkenhuis

Hier zitten de zintuigcellen in om te waarnemen

Het lijkt op een slak

Slide 24 - Tekstslide

Evenwichtszintuig
In de oren ligt ook het evenwichtszintuig of evenwichtsorgaan

De maakt gebruik van de zwaartekracht om de stand van je hoofd te meten zodat je rechtop blijft staan

Ook meet deze of je snel of langzaam gaat.

Adequate prikkel = zwaartekracht

Slide 25 - Tekstslide

In de huid bevinden zich vijf verschillende typen zintuigen

Slide 26 - Tekstslide

Zintuigen in de huid 
  • Koudezintuig: Reageert op lagere temperaturen, kou dus.
  • Warmtezintuig: Reageert op hoge temperaturen, warmte dus
  • Tastzintuig: Reageert op hele lichte aanraking.
  • Drukzintuig: Reageert op druk (kracht)
  • Pijnpunten : Reageren op pijn en schadelijke prikkels


Pijnpunten zien er iets anders uit dan de  andere zintuigen in de huid.  
Ze zitten niet alleen in de huid, maar overal in het lichaam.

Slide 27 - Tekstslide

Lederhuid
Opperhuid

Slide 28 - Sleepvraag

Reukzintuig
Ligt in de neus.
Reageert op geuren.
De zintuigcellen (haartjes) in de neus sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt ruiken.

Adequate prikkel = Geuren


Slide 29 - Tekstslide

Smaakzintuig
Ligt in de tong
Reageert op smaken
De zintuigcellen de smaakknopjes (groeven) in de tong sturen impulsen naar de hersenen, waardoor je kunt proeven.

Adequate prikkel = smaakstoffen.

Slide 30 - Tekstslide

Er bevinden zich vijf verschillende typen smaakzintuigcellen op de tong.
Welke vijf smaken kunnen wij onderscheiden?
  • zoet - zuur - zout - bitter - umami

Slide 31 - Tekstslide

Vier leerlingen doen een uitspraak over de afbeelding.
- Anja zegt dat in die afbeelding een deel van de tong is getekend.
- Boris zegt dat in die afbeelding een deel van de huid is getekend.
- Caspar zegt dat P een smaakknopje aangeeft.
- Diane zegt dat P een tastknopje aangeeft.

Welke leerlingen hebben gelijk?
A
Boris en Caspar
B
Boris en Casper
C
Anja en Diane
D
Anja en Caspar

Slide 32 - Quizvraag

Over welk onderdeel wil je extra uitleg?

Slide 33 - Poll

Aan het werk
Thema 11, basisstof 1 opdracht 1,2 en 4 t/m 7
Thema 11, basisstof 2 opdracht 1, 2, 4, 5 en 6

Slide 34 - Tekstslide